“Wat we sinds de jaren negentig van ontmoetingskunst moeten vinden, is onduidelijk. Tegelijk met deze kunstvorm kwam de postmoderne kunsttheorie in zwang en die vond waarheden, criteria en beoordelingen te subjectief en onoirbaar. Elk oordeel was dubieus. Sociale kunst spon daar garen bij. Vond je het niet ‘mooi’, dan was het sociaal. Werkte het niet, dan was het kunst. Het predikaat ‘sympathiek’, dat in de kunst altijd gold als ‘leuk geprobeerd maar helaas’, kreeg zowaar een positieve lading.”
Sandra Smets over Filezwaaien van Lino Hellings.
Leave a Reply