9 Comments

  1. Vreselijk! Het ergste van Michael Nyman (en dat is op zich al heel ernstig) en John Barry in de audio(staaf)mixer.
    Waarom denkt elke pop-componist dat hij pas serieus genomen wordt als zijn muziek met legato strijkers en gedragen koper wordt gepimpt?

  2. Een pop-componist die serieus genomen wil worden? Heeft AvR wel iets bekeken van het bovenstaande?

  3. Whatever makes you tick.

    Volgens mij hebben en hadden Hubbard en Tel geen problemen om serieus genomen te worden.

    Het zijn deuntjes die in de jaren 80-90 op vele c64-s draaide, maar nooit via aan ander medium te horen waren. Een nostalgische gimmick dus, een verdomd aardig idee van iemand anders.

  4. Dank JV voor je correctie. Mijn suggestie dat het idee van het ‘opclassificeren’ van de componisten zelf kwam is helemaal onterecht. Neemt niet weg dat het een twijfelachtige onderneming is met erbarmelijk resultaat. Het werk van Hubbard en Tel was op de C64 veel extremer, uitgesprokener, gedurfder en dus sterker. De creativiteit die nodig was om binnen technische beperkingen toch nog enige muzikale ruimte te creëren, lijkt bij het arrangement voor orkest helemaal weg. Een nostalgische gimmick, inderdaad, vergelijkbaar met het Balanescu (strijk)kwartet dat Kraftwerk speelt, het Rotterdams Philharmonisch dat de Intel-tune uitvoert, ringtones door Janine Janssen.
    Luistertip: muziek voor pianola door Conlon Nancarrow.

  5. Het is absoluut geen gimmick!! Jeroen Tel en Rob Hubbard zijn beide heel nauw bij dit project betrokken. Rob Hubbard heeft alle arrangementen voor de muzikanten geschreven. Dit was een droom van hun en die is nu uitgekomen! Maar het is absoluut niet bedoelt als Gimmick!

  6. Beste Mano, dat maakt het toch weer ernstig. Die betrokkenheid. En dat arrangement. Blijf ik toch bij mijn eerdere opmerkingen. Op zijn best een gimmick, maar voor de rest ‘klassiekerige’ feelgood muzak. Luistertip 2: Terry Riley, “In C”

  7. @Mano: ik ging vrezik te kort door de bocht.

    De bovenstaande composities kan iedereen beluisteren, en wat je hoort is “minimaal” goeie filmmuziek. Arno’s vergelijking met Conlon Nancarrow is leuk en aardig, maar de fragmenten die ik van Nancarrow tegenkwam leken meer op zorgvuldig micro-componeren voor het eerste automatische muziekinstrument (op het draaiorgel na). Als het al ergens op lijkt is het atonale jazz. Prachtig hoor, maar deze muziek (en dit project) gaat daar niet over.

    Zowel Tel als Hubbard hebben het in de korte interviews over melodieen en arrangementen. Die een toegevoegde spanning moeten geven aan een spel.

    Ook vind ik niet dat de uitvoering die uit deze fragmenten ‘tweedehands’ is. De uitvoering van Commando vind ik zelf erg goed, brengt dezelfde spanning als het origineel. Het kan b.v. de concurrentie met de beste muziek van hollywood jaren ’70 gerust aan.

    Dat brengt me op de volgende vraag: Arno, wat is er erg aan arrangementen? De C64 was het eerste huis-tuin-en-keuken apparaat waar je zulks uit kon krijgen. En als je er een tweede SID-chip insoldeerde, had je zelfs stereo!

    Ik ken geen voorbeelden van experimentele muziek op de C64. Het zal ongetwijfeld zijn gemaakt, maar allang vergeten in de maalstroom van de geschiedenis. Dan kun je blijkbaar beter een pianola nemen.

    Overigens, uit de CSDb (de ‘C64 Scene Database’):
    Jeroen Tel:
    http://noname.c64.org/csdb/scener/?id=8050
    Rob Hubbard:
    http://noname.c64.org/csdb/scener/?id=8131

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*