About Jeroen Bosch 4740 Articles
Smaakmakend sinds jaar en dag: onafhankelijk kunstenaar, tentoonstellingmaker, trendbeheerder en oprichter art agent orange, artist run art agency. Eigen werk onder jeroenbosch.com Meer info zie trendbeheer.com/jeroen-bosch

7 Comments

  1. satire of treitervlog: jammer dat de zelfrelativerende slottekst alweer is geschrapt
    (wat opvalt is dat “Marx” zou hebben afgedaan, terwijl de geïmproviseerde reductie van het kunstwerk tot een “ideologisch” gekleurd fetisjobject, dat zijn “waarde” ontleent aan de door de galerie bemiddelde “ruil” met de door een “vals” bewustzijn gedreven verzamelaar vrij direct lijkt te refereren aan het dialectisch-materialistische gedachtegoed)

  2. wij hebben even navraag gedaan bij de auteur(s)

    Galerie Sissingh waarom is de slottekst weer weg?
    Vind ik leuk · Beantwoorden · Gisteren om 19:24

    Keeping It Real Art Critics Ik was er toch niet blij mee. Die laatste tekst probeerde iets samenvattends over de kunstenaars te zeggen maar maakte het te simplistisch. Ik vond besluiten met de neoconservatieve conclusie toch beter dan sluiten met een vluchtige samenvattende speculatie over de aard van de kunstenaar. Omdat ik het fascinerend vind dat de kunstenaars in al hun progressieve ambitie uiteindelijk zo regressief en conservatief moralistisch zijn. Dat vond ik een krachtiger eindconclusie. De speculatie mbt hun intenties vind ik beter en genuanceerder in het filmpje zitten en daarom heb ik die laatste samenvattende tekst weggehaald.
    Vind ik leuk · Beantwoorden · 22 uur · Bewerkt

    Galerie Sissingh begrijpelijk, maar de zelfrelativering van de eigen “morele” positie die er ook in doorklonk had wel iets ontwapenends
    Vind ik leuk · Beantwoorden · 1 · 21 uur

  3. @GS je moet wel goed luisteren: We zeggen helemaal niet dat Marx in zijn geheel heeft ‘afgedaan’. We duiden alleen een probleem in zijn denken. Overigens zijn we verreweg echt niet de eerste die dat over Marx zeggen. (Sloterdijk, Singer)

  4. Vergeet Foucault niet. Wat je zegt klopt, maar als je de “vervreemding” in zijn geheel uit Marx filtert hou je niet veel meer over dan een soort Lodewijk Asscher en dat kan onmogelijk de bedoeling zijn. Wat ik maar wilde zeggen is dat als je het kunstwerk reduceert, of je dat nu langs psychoanalytische (het verlangen van de kunstenaar), sociologische (de positie van de verzamelaar) of semiologische (het lege teken) wijze vorm geeft, je als het goed is altijd blijft zitten met die resterende rest waar het in de kunst nu juist om te doen is en waarvan jullie de autonomie in episode 3 zo zonnig verdedigen.

  5. GS: ik probeer me nu voor te stellen hoe jij het voor je ziet: het omschrijven van een kunstwerk aan de hand van een theoretisch model is alsof je er een hapje uit neemt, en uiteindelijk blijft er het laatste hapje over, een soort onverteerbare kern. Hier gaat ten eerste een te groot vertrouwen in theoretische modellen vanuit: alsof deze allemaal betrekking hebben op een volmaakt segment van de waarheid/betekenis. Theoretische modellen zijn per definitie onvolmaakt in de zin dat ze de specifieke zaak tot wetmatigheden terugbrengen, en in de zin dat het talige constructies zijn (en dus NIET absoluut): men wendt theoretische modellen (altijd?) op opportunistische wijze aan. In het geval van onze kritiek op Jon Rafman’s werk: we vangen de betekenis van zijn kunstwerk en trekken het naar ons toe – de modellen dienen ons en niet het kunstwerk. Dat er dan betekenis “blijft liggen” – dat zou best kunnen, en ik ben heel benieuwd waar een ander mee zou komen. Maar dat er een soort kernachtige REST over zou blijven die uiteindelijk doorslaggevend is voor de volle betekenis van het werk, maar die dus met geen taal te vangen is, is een mystieke opvatting van kunst die me totaal niet interesseert aangezien je het er niet over kunt hebben. Wat dat betreft geloof ik ook niet in de autonomie van de kunstenaar (kunstenaar is altijd afhankelijk van gegeven situatie – dat is waar ep.3 over gaat).

  6. @KIRAC de taligheid van de interpretaties zijn precies de kern van het probleem, want het werk van Rafman appelleert bij uitstek (en hier en daar zelfs op expliciete wijze) aan de ‘voor’talige ervaringen van het ontluikend subject (het infantiele) en weet op inventieve wijze de resulterende dreiging van regressieve onlust met dank aan de veilige museale setting en een gezonde dosis ironie bij de beschouwer in goede banen te leiden (zie uiteraard Lyotard en zijn bespiegelingen over het ‘figurale’)

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*