De drie gratiën

Jacques Placques

    Een cassettebandje als drager van veel meer belastend materiaal.

“Hij heeft de afgelopen jaren meters materiaal verzameld en besloten om die vanaf heden in een wekelijkse column prijs te geven. Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld.”

Aan de rand van de Utrechtse heuvelrug hield de kunstcommissie van een middelgrote zorginstelling zijn wekelijkse vergadering. Drie dames van respectabele leeftijd schonken zichzelf nog een kopje koffie in. Rosa stond als enige op de loonlijst en dus bovenaan de hiërarchie. Naast kunst waren dieren haar passie, iets wat je soms kon ruiken aan haar.

Brunhilde was zoals gewoonlijk gehuld in paardrijlaarzen en een omslagcape. Ze had zich net zo onverschrokken toegang tot de commissie verschaft als ze haar Landrover achteruit inparkeert. Martha was opgeklommen van gastvrouw tot kunstbeleidscoördinatie-assistent, wat in de praktijk betekende dat ze de kunstwerken afstofte en gehaaste voorbijgangers de lopende expositie uitlegde.

“Wat zullen we doen in januari; een wandschildering?”, vroeg Rosa en ze schoof het portfolio van een Amsterdamse kunstenaar over tafel naar Martha. Maar Brunhilde was haar te snel af en griste de foto’s voor haar neus weg. “Allejezus, wat een werk”, zei ze. “Daar gaat spontaan m’n kut van klapperen.” “En is dat positief?”, vroeg Martha, die uit alle macht het beeld van castagnetten probeerde te verdringen.

“Dit is precies wat dit comateuze tehuis nodig heeft”, baste Brunhilde, nog steeds naar het kleurrijke portfolio starend. En dan kan ík het straks natuurlijk weer uitleggen in de koffiekamer, dacht Martha somber. De collega’s snapten al niets van kunst, laat staan van de keuzes die Rosa maakte. Maar die had zich dertig jaar geleden tot taak gesteld om het lot van de patiënten in deze regio te verheffen en zei: “Ik zal de jongeman uitnodigen.” En daarmee was de januari expositie afgetikt.

Een half jaar later stond de kunstenaar op de kunstcommissietrap te werken. Martha stond er wat bedremmeld bij. De kunstenaar had helemaal geen assistentie nodig en daarom schonk ze hem maar een achtste kopje koffie in. Hij hoefde haar meegebrachte tompouces ook al niet. Ze frummelde wat aan haar broche totdat vanuit het niets de stem van Brunhilde klonk:

“Als ik jou was zou ik rechts nog wat meer roze gebruiken. Dat kan-ie wel hebben.”

De kunstenaar deed net of hij haar niet hoorde, maar Brunhilde wist zich wel raad met eigenwijs personeel en toeterde net zo lang door tot de kunstenaar moest reageren:

“Ik vind het eigenlijk best mooi zo.”
“Nee joh. Dat zie je niet goed. Dat ding is veel te depressief nu. En dat is wel het laatste wat de mensen hier nodig hebben!”

Ze richtte de laatste woorden tot de bejaarde patiënt die op dat moment half bewusteloos in een ziekenhuisbed voorbij geduwd werd. Gevolgd door Rosa die kort daarvoor een botsing had voorkomen tussen een patiënt in scootmobiel en een wandsculptuur.

“Je moet de kunstenaar zijn gang laten gaan”, sprak ze Brunhilde toe. “Het artistieke proces is niet vergelijkbaar met de paardenfokkerij. En ik weet zeker dat de patiënten hier het eindresultaat op juiste waarde weten te schatten.”

Ze draaide zich om en klampte een vrouw in rolstoel aan. “Mooi wordt deze wandschildering, vindt u niet?” De vrouw draaide met moeite haar hoofd om en zei: “Alstublieft zeg. Ik ben al zo ziek en hier word ik helemaal niet beter van.”

Disclaimer: Jacques Placques loopt al een tijdje rond in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen. Enige gelijkenis op personen uit uw omgeving berust dan ook op louter toeval.

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*