Waar de stad Arnhem in het noorden ophoudt, begint het bos. Langzaam ga je via de parken Sonsbeek en Zijpendaal omhoog richting Veluwe. Maar dwaal je door de bossen in Schaarsbergen, dan moet je onder het viaduct van de A12 door voor je verder kunt. Dan stuit je kort daarna op de Koningsweg. Daar ligt een verborgen schat, hoewel die nu met elke publicatie natuurlijk meer aandacht trekt. Een beeldschoon terrein verscholen in de bossen, met gebouwen, als het meezit wat herten en vandaag heel veel kunstenaars. Tien jaar geleden kwam de Arnhemse kunstenaar Hans Jungerius er toevallig achter dat dit voormalige defensieterrein door de staat te koop zou worden aangeboden. Hij zag zijn langgekoesterde droom van een verbinding tussen Arnhem en de Veluwe in contouren opdoemen.
Een landschapspark, een plek waar iedereen blij van zou worden, waar creatieve energie de boel zou opstuwen. Het Duitse erfgoed uit de tweede wereldoorlog was daarbij een niet mis te verstane inspiratiebron. Vanuit de lucht leek het terrein op een dorpje, compleet met boerderijen en schuren, omzoomd door bossen. In werkelijkheid was het grotendeels een vliegveld en zaten er in een bunker lieftallige dames de vliegbewegingen van vijandige toestellen te monitoren.
Om een lang verhaal kort te houden: Jungerius werd de drijvende kracht achter wat nu bekend staat als de Buitenplaats Koningsweg. Hij werkte samen met landschapsarchitect Harro de Jong en projectontwikkelaar/ investeerder Frank Donders. Met Caro Delsing richtte hij Stichting Verborgen Landschap op. Belangrijkste doel is de versnippering van de zuidelijke rand van Veluwe aan de orde de stellen, en een betekenisvolle plek op te eisen voor dit speciale gebied, waar zo veel geschiedenis aan vast zit. Hoe doe je dat? Wat is een landschap? Wat máákt een landschap tot wat het is, de geschiedenis, de flora en fauna?
Stichting Verborgen Landschap nodigde sinds 2013 vijfentwintig ‘verkenners’ uit om dit te onderzoeken. Kunstenaars, vormgevers, schrijvers. Ze werden vrij gelaten in de wijze waarop ze dit onderzoek uitvoerden. Centrale vraag was: ‘waar ben ik’. De resultaten verschenen eerder al in afzonderlijke cahiers, maar nu is er een prachtig boek waarin de vijfentwintig bijdragen aan bod komen. Het is werkelijk een feest om te lezen en te bekijken. Je doet je ogen dicht en ziet de vijfentwintig zeer uiteenlopende visioenen, mijmeringen en keiharde cartografieën samen als een dunne patchwork deken zachtjes over het landschap uitgespreid worden.
Omdat ik zelf aan die toegangsweg naar de Veluwe woon, begrijp ik de fascinatie van Jungerius goed. Het is een inspirerend en ietwat geheimzinnig gebied. Soms loop je door het bos en is er een onheilspellend gerommel, een andere keer loop je tegen een halve bunker aan. Mannetjes met metaaldetectoren, militairen met te zware bepakking. Roepende uilen en in de verte het leeuwengegrom uit de dierentuin.
Maandelijks, op de laatste zaterdag van de maand, is er op Buitenplaats Koningsweg een aflevering van Code Rood, een eendagsevenement, met tentoonstellingen, optredens, soep en een fijn vuur. Kunstenaars die hier wonen en of werken zijn helaas echter allerminst zeker van hun plek. Wie weet wordt het gebied opgepikt door een of andere ontwikkelaar met dollartekens in zijn ogen, en kunnen ze weer vertrekken. Jungerius ondertussen organiseert regelmatig bevlogen excursies waarin hij met enorme geestdrift zijn gehoor trakteert op een inspirerend lesje WOII.
In het boek wordt druk gediagnostiseerd. De routes naar de Veluwe ontleed, van onbegrip voorzien. Ontoegankelijkheid is slecht voor de relatie, heet het volgens Buro Harro. Dat veel paadjes niet op elkaar aansluiten heeft te maken met bosbouw, ze waren eenvoudig niet bedoeld om over heen te wandelen.
Marc Bijl zou het liefst een stuk bos nog geheimzinniger maken. Hij zocht elementen in het landschap die iets van doen hadden met de gewenste duisternis. Op een avond ben ik samen met Bijl via mijn eigen achtertuin door het haast ondoordringbare onkruid van de achtergelegen Sylvahoeve (overigens ook met verborgen tuin) gaan rond schuimen. Stukken van die tuin zagen we, standbeelden overgroeid met mos en herinneringen. Een verdroogde vijver. Heel veel brandnetels ook. We eindigden bij mijn buurman in de tuin, die zijn leven lang autowrakken verzamelde. Wellicht waren daar geheimzinnige deals in tot stand gekomen? Dat rondschuimen had alleszins iets samenzweerderigs, en was geheel toepasselijk binnen het kader. Zeker als je bedenkt dat daar ook nog een vleermuizencorridor is, die van bos naar bos gaat.
Catalogtree pakte het anders aan. Met hun voorliefde voor alles wat naar data riekt, besloten ze niet boven, maar onder de grond te gaan zoeken. Ze bouwden er een speciale scanner voor, die tot 3 meter diep de grond scande. Hoewel zich daarna in de computer duidelijke contouren aftekenden van iets massiefs, hebben ze niet kunnen achterhalen wat daar diep in de grond precies ligt. Misschien wel mooier ook zo.
Marena Seeling zocht tijdens een aantal tochten naar het ‘wezenlijke beeld’ van het gebied. Ze trof er een houthandel aan op de voormalige rollbahn, en een reservoir met giftig groen gekleurd water.
De sprookjesachtige kwaliteiten van het gebied vinden ruimschoots hun weg naar de verbeelding van de kunstenaars. In een combinatie van feit en fictie, zoals in de verkenning van Atelier Veldwerk. Ze bezochten de eendenvijver achter de rentmeesterwoning van landgoed Zonneheuvel, die een interessant moreel dilemma herbergt. Heel vroeger baadden er kinderen, en tijdens de oorlog liet de Duitse bezetter er een muurtje op metselen zodat het als zwembad gebruikt kon worden. Ja, ook Duitse kindjes hadden tenslotte recht op plezier zo aan de rand van het bos. Toch?
In de ouderwetse foto’s die Hans Wijninga middels de natte collodiumprocedé maakte van het gebied gloeit de schoonheid. Een zacht licht van binnenuit schijnt door de bossen, paadjes gaan naar een plek waar je nooit echt zult komen. Door deze trage werkwijze (hij neemt zijn doka als het ware mee op locatie) kreeg hij meer oog voor details. Zijn conclusie is uiteindelijk dat je de gestelde vraag ‘waar ben ik’ onmogelijk kunt beantwoorden. Want: niks is wat het lijkt. Een natuurgebied is een militair terrein, een boerderij een bunker.
Niks lijkt nergens op, zei Marten Hendriks over het gebied, en dat is het motto geworden van het boek. Hij verbond beelden en gedachten uit het Verborgen Landschap met beelden uit zijn almaar uitdijende oeuvre, zodat er een vanzelfsprekendheid, een ritmiek ontstond die inderdaad niet nergens op lijkt. Het is volkomen logisch dat Hendriks een paddenstoel naast een 3d model voor een mogelijk gebouw zet, een toren zou best de elektriciteitsmast van Schaarsbergen kunnen zijn. Hij heeft zich het gebied toegeëigend door het te categoriseren in overzichtelijke kaders.
Robbie Cornelissen was bijzonder gecharmeerd door de gedachte aan de Blitzmädel, de dames die in de Diogenes bunker met een zaklamp op een gigantisch scherm de vijandelijke vliegbewegingen in beeld brachten, zodat de officieren aan de andere kant van het scherm de actie daar op af konden stemmen. Hij maakte er prachtige tekeningen van, en bedacht wat utopische varianten op het logge gebouw, die het zouden moeten doen opstijgen middels een lange trap naar de hemel met overdonderend uitzicht. Zijn doel: een sublimatie van de ervaring van het gebied te bewerkstellingen.
Uiteraard kunnen ook wat concrete toekomstvisies niet ontbreken. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat die weg van Arnhem naar de Veluwe zo blijft: het lommerrijke bos moet idealiter in één lange wandeling te doorkruisen zijn. Om dat voor elkaar te krijgen zal toch eerst die snelweg A12 overwonnen moeten worden. Stichting Verborgen landschap met Observatorium stelt voor een grote holle boom over de snelweg te plaatsen voor langzaam verkeer. Met uitkijkgaten onderweg.
In de vliegtuighangar op het terrein kan een hotel komen waarin je kunt logeren in een verrijdbare cabine, die sterk aan een straaljager doet denken. Bedacht door Atelier de Lyon. Geheel in stijl, een jongensdroom die uitkomt. Bij deze: zodra het er is ga ik er onmiddellijk in liggen.
Of het zover komt, ik hoop het. Het boek geeft in elk geval een heleboel mogelijkheden van rijke voorstellen, gedachten tot onnavolgbare tochten. De rijkdom van de verkenners geeft troost in de waarschijnlijke bureaucratische strijd om dit voor elkaar te krijgen. Waar zouden we zijn zonder de verbeelding?
Op vrijdag 7 april om 16.00 uur wordt het boek gepresenteerd in Garage Royal op Buitenplaats Koningsweg in Arnhem. Voorafgaand is er een wandelexcursie door Hans Jungerius voor max 40 deelnemers. Aanmelden voor 1 april via caro@bureaudelsing.nl
Het boek Verborgen Landschap (27,50) is verkrijgbaar via bol.com, bij de betere
Boekhandel en via de webshop van de uitgeverij: www.japsambooks.nl
Leave a Reply