Op een missie

Onwennig rolde Tralalieke haar koffer over het zandpad. Op het dorpsplein bleef ze staan en vergaapte zich aan al het rondlopende vee. De Turkse zon knetterde op haar blonde haar. Ze was de enige westerling, dat was duidelijk. En ook de enige vrouw, bij nader inzien. Elektriciteitskabels zigzagden door de lucht, oude diesels kachelden voorbij.

Onverschrokken ploegde ze verder over het onverharde pad tot ze bij een poort kwam, waar een ezel naast stond. Volgens haar beschrijving moest ze hier op de deur bonzen. Kort daarop deed Jeanine open, een asblonde vrouw die door het leven en de couperose getekend was. “Welkom in ons mooie bergdorp!”, riep Jeanine.

Tralalieke kreeg een rondleiding door de donkere woning, waar poezen en wandkleden om de aandacht streden. Ze wist niet of ze moest lachen of huilen. Dit zag er allemaal toch iets anders uit dan op de website. Geschrokken constateerde ze dat ze nauwelijks een streepje wifi had. Was deze Artist in Residence-plek wel serieus? Ze vroeg het in bedekte termen aan haar Hollandse gastvrouw.

“Toen Sjaak en ik hier tien jaar geleden kwamen wonen was er niet eens stromend water en elektriciteit, dit is luxe!”, zei die. “En als kunstenaar kun je wel tegen een stootje, toch?” Tralalieke voelde zich met de minuut ongemakkelijker. Ze zou hier komen werken, haar portfolio feministische tekeningen uitbreiden en exposeren in de lokale galerie.

“Maar denk je dat mijn werk wel een beetje aansluit bij de belevingswereld van de mensen hier?”, vroeg Tralalieke voorzichtig. “Natuurlijk!”, baste Jeanine. “De inwoners van dit bergdorp zijn heel open-minded, hoor. Bovendien krijgen wij extra subsidie van de EU als we de lokale bevolking verheffen met maatschappijkritische, hedendaagse kunstuitingen”.

“Maar hoeveel mensen zijn er dan bij de opening?”, dacht Tralalieke. Ze had onderweg nog geen twintig hutjes geteld. Tegen beter weten in hoopte ze dat er een Turkse verzamelaar tussen woonde die met zijn aankoop haar investering van 8.000 euro zou compenseren.

Tralalieke trok de weken erna er met haar schetsblok erop uit, op zoek naar vrouwen in het straatbeeld. Dat viel nog niet mee, want als ze al een vrouw tegenkwam, maakte die zich snel uit de voeten. Dus tekende Tralalieke dieren en bergen. Het had weinig met feminisme te maken, maar daar zou ze richting het Mondriaanfonds wel een draai aan geven.

Na acht weken was de opening van haar expositie. De galerie bestond helemaal uit glas en leek wel een ufo te midden van de lemen schuurtjes. “Mooi he?”, vroeg Jeanine. “Ook van de EU”.

Uiteindelijk kwamen er zes mensen langs. Drie expats en twee mannen uit het dorp, die meer interesse hadden in Tralalieke dan in haar werk. En Aysel, een tandeloos oud vrouwtje dat een schaaltje olijven kwam brengen. “Dat is gebruikelijk hier”, zei Jeanine met volle mond. Trots vervolgde ze tegen Tralalieke: “In Nederland waren Sjaak en ik arme kunstenaars, net als jij. Maar hier zijn we succesvolle galeriehouders, die de beeldende kunst verder brengen”.

Aysel schuifelde weer naar buiten richting het dorpsplein, waar de bevolking in de schaduw thee zat te drinken.

Disclaimer: Jacques Placques loopt al een tijdje rond in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen. Enige gelijkenis op personen uit uw omgeving berust dan ook op louter toeval.

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

1 Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*