Tussen kunst en kitsch

“Laten we een debat organiseren over het verschil tussen kunst en kitsch”, gilde de studente die ondanks haar hoge voorhoofd doorgaans weinig hersenactiviteit vertoonde. Maar voor het eerst knikten haar klasgenoten instemmend. Dat kon nog wel eens interessant zijn.

Hun docent, Twan de Man, knikte mee. Hij moest deze debatavond coördineren. De discussie zou dan gaan tussen drie beroepskunstenaars, van wie er twee “op het randje van kitsch opereren”, aldus Twan. “Maar dat moet je natuurlijk niet zeggen als je ze uitnodigt”, gniffelde hij. Men besloot Lizzy in de Maak en Vincenzo Roerstavio te vragen. De derde was Pom Virneman, die gevreesd werd om zijn analytische fileermethodes. Pom zou wel goed zijn voor wat verbaal vuurwerk.

Omdat alleen een debat wat summier leek, werd er een expositie aan gekoppeld. De derdejaars studenten konden een werk ophangen in de debatzaal; de deelnemende panelleden mochten in de pauze aangeven of ze het werk onder kunst of kitsch schaarden.

Het debat startte rommelig. De gespreksleider, zelf ook student, bleek niet helemaal opgewassen tegen de ijdelheid en het verbale geweld van tenminste twee van de drie panelleden. Hij wist het klaar te spelen om al bij de eerste vraag Lizzy in de Maak onbedoeld te schofferen door haar huilende madonna’s als kitsch te bestempelen, ervan uitgaande dat Lizzy dat zelf ook vond.

Vincenzo Roerstavio beantwoordde de vragen van de gespreksleider steevast met zijn blik strak gericht op een giechelende studente op de eerste rij. De vooraf kritische klasgenoten met spierballentaal en noeste voornemens bleven ondertussen muisstil.

Na twintig minuten hangen en wurgen werd het pauze. De panelleden liepen langs de anoniem opgehangen werken. De studenten hielden hun adem in: het oordeel van deze beroepskunstenaars woog zwaar. Die beoordeelden driekwart van het werk doodleuk als kitsch. Een fraai oliedoekje van een vliegtuig kreeg het predicaat kunst.

Dit ingelaste pauzenummer bleek voor de meeste ego’s niet zo goed uit te pakken. Geknakt en gekneusd namen de meeste studenten weer plaats. Ook de gespreksleider was niet onder het negatieve oordeel van de panelleden uitgekomen. Hij moest moeite doen zijn vragen aardig te formuleren.

Bij de laatste ronde stelde eindelijk iemand uit de zaal een vraag: “Wanneer ben je eigenlijk kunstenaar?” Pom Virneman nam het woord: “Als jij vindt dat je kunst maakt.” De vraagsteller keek verbaasd. “Maar wanneer is iets dan kunst?” Pom reageerde droog: “Als jij dat zegt. Natuurlijk kun je debatteren of het goede of slechte kunst is, maar kunst is kunst als jij zegt dat het kunst is.”

Daar leek geen speld tussen te krijgen. Een golf van opluchting trok door de zaal. Twan de Man opende haastig de bar.

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*