Post IFFR: boeiend drietal films met politieke lading

Het IFFR 2018 mag als festival afgelopen zijn, de hieronder besproken festivalfilms zijn geen mosterd na de maaltijd. Ze verdienen het de Nederlandse schermen te halen. Alle drie zijn ze ontstaan in een politiek klimaat dat hen niet onverdeeld gunstig gezind was, alle drie laten ze een onafhankelijke stem horen. ‘The Insult’ (2017) is een vaardig gefilmd rechtbankdrama van de Libanees Ziad Doueiri. In de Tiger Award genomineerde ‘The Reports on Sarah and Saleem’(2018) van Muayad en Rami Alayan wordt een liefdeskoppel vermalen door twee staten. Rami Alayan won er de Special Jury Award mee. In ‘Marlina the Murderer in Four Acts’ (2017) van Mouly Surya uit Indonesië, wordt -achter de facade van een ‘feministische western’, verteld over recht en onrecht op het eiland Sumba.

(een bericht van Ronald Glasbergen)

Post IFFR: boeiend drietal films met politieke lading

‘The Insult’ over daders en slachtoffers

Regisseur Ziad Doueiri, die eerder camera assistent van Quentin Tarantino (‘Pulp Fiction’, ‘Jacky Brown’) was, maakte met de film ‘The Insult’ een klassieke rechtbankdrama. De aanleiding is klein, maar de emotionele inzet voor de betrokkenen is groot en op de achtergrond worden brandende kwesties in het Midden Oosten behandelt. Bovendien een vaardig gemaakte spannende film. Verplichte kost voor hen die de regio een warm hart toedragen.

Camour ligt 30 kilometer buiten Beiroet. De vader van de opvliegende Tony Hanna kweekte er bananen en bracht ze naar de markt. Tot in een week in 1976. Toen werd Camour toneel van de burgeroorlog en daarom groeide Tony Hanna (Abdel Karam) op in de stad Beiroet. Het is 2015 en in de stad waar Tony woont, is het allang weer vrede. Ook al is die soms betrekkelijk met zijn spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Om er enkele te noemen: er is de Kataëb, de militante beweging waar veel christelijke en maronitische Libanezen deel van uit maken, er is Hezbollah, er leven meer miljoenen vluchtelingen in het kleine Libanon.
Er zijn dus altijd wel spanningen en demonstraties, voor de rest is het leven voor Tony Hanna niet slecht. Shirine (Rita Hayek) de vrouw van Tony is zwanger. Tony en Shirine hebben een aardige flat met dito balkon dat geen overbodige luxe is in dit Mediterrane klimaat. Tony sproeit zo nu en dan het balkon.
Een toevallig passerende voorman van een bouwonderneming, krijgt wat water van het balkon in zijn nek. Hij besluit ongevraagd een afvoer aan te gaan leggen. Tony slaat vervolgens de afvoer kapot. De voorman roept iets lelijks en gaat weg. Tony dient een klacht in bij het aannemersbedrijf. De aannemer vraagt zijn voorman excuses aan te bieden.
Kleine complicatie: de voorman heet Yasser en is van oorsprong Palestijnse vluchteling. Tony is aanhanger van de falangistische Kataëb. Zij en de Palestijnen waren aartsvijanden in de Libanese burgeroorlog die duurde van 1975 tot 1990. In de schermutselingen tussen Yasser (Kamel el Basha) en Tony die volgen gaat het verder dan alleen lelijke scheldpartijen. Er zijn geen excuses en Tony stapt naar de rechtbank die de zaak ontvankelijk verklaard. Daar blijft het niet bij. De zaak wordt opgepikt door mede en tegenstanders van de groepen waar Tony en Yasser -per definitie- deel van uitmaken. Er wordt voor en tegen gedemonstreerd.
Kranten en internationale media berichten erover. Het conflict over een balkonafvoer wordt een zaak van nationaal belang. Het maakt de zaak van Tony en de aangeklaagde Yasser er niet simpeler op.
En dit is, zoals haast het hele Midden Oosten, het voormalig Byzantium: niet alles is wat het lijkt. In dit klimaat, onder deze omstandigheden, kunnen de rollen van dader en slachtoffer op vele manieren uitgelegd worden.
Ziad Doueiri kwam trouwens zelf in moeilijkheden door de film. Politieke tegenstanders van de inhoud van de film zochten en vonden een excuus om hem het leven zuur te maken naar aanleiding van de film. Het is 2018 en allang weer vrede, tot de volgende crisis.
‘The Insult’ intussen is ondanks of dankzij de perikelen rond de film, de officiële inzending van Libanon naar de Oscars.

Post IFFR: boeiend drietal films met politieke lading

‘The Reports on Sarah and Saleem’ of de onmogelijkheid van onschuld

De tweede speelfilm van de broers Muayad (regisseur) en Rami Alayan (scenarist) uit Ramallah heet ‘The Reports on Sarah and Saleem’. De film die op het IFFR 2018 met een Tiger Award is genomineerd, voert de toeschouwer met de camera van Sebastian Block mee langs de levens van twee mensen die tot elkaar aangetrokken zijn, maar die – zonder dat ze doelbewust vijand van één of andere staat zijn – mikpunt worden van zowel de Palestijnse als de Israëlische veiligheidsdiensten.
Een man en een vrouw, beide in de dertig, bedrijven de liefde in een auto, zo begint de film. Ze kennen elkaar langer dat merk je. De scene informeert de kijker, ze hebben geen plek thuis, geen hotel om elkaar te ontmoeten dus doen ze het hier. Even later zien we waarom. Salim (Adib Safadi) komt van de Westbank, is Palestijn, zijn vrouw Bisan (Maisa Abd Elhadi) is zwanger. Sarah (Sivane Kretchner) komt uit Israel, ze is gehuwd met David (Ishai Golan). Samen hebben ze een kind.
Salim werkt voor een bakker in Palestijns Oost Jeruzalem. Sarah beheert een café in het Israëlische Westen waar Salim croissants bezorgd. Zo rolden ze in hun verborgen relatie. Op een dag haalt Salim haar over met hem mee te gaan naar Bethlehem op de Westbank. Een onschuldig uitje, even wat drinken en terug. In een bar wordt Sarah aangesproken door een Palestijn die haar voor toerist aanziet. Als Salim het opmerkt ontstaat er bijna slaande ruzie. Via de beledigde cafébezoeker wordt de Palestijnse veiligheidsdienst op de hoogte gebracht. Die ruikt onraad: collaboratie van Palestijn? De Israëlische diensten bemoeien zich ermee: collaboratie van een Israëlische? De diensten aan weerszijden van de muur die Israel en de Westbank scheidt zitten nu achter de identiteiten van het koppel aan. In dit obsessieve klimaat, zo toont de film, zal de relatie van Sarah en Salim niet het laatste slachtoffer zijn.

Post IFFR: boeiend drietal films met politieke lading

‘Marlina the Murderer’, Indonesische Western

In de derde speelfilm van de Indonesische Mouly Surya, ‘Marlina the Murderer in Four Acts’ (2017), wordt achter een vette knipoog naar de spaghettiwestern, de rechteloze en kwetsbare positie van burgers -in het bijzonder vrouwen- op het Indonesische Sumba onder de loep genomen.
De film speelt in het dun bevolkte binnenland van het eiland Sumba ergens in de 2010’s. Gekookt wordt nog steeds op open vuur, ‘s avonds zijn er olielampen, wel zijn er mobieltjes en motorfietsen. Voor het overige zijn de verworvenheden van het westerse moderne leven praktisch afwezig. Hoe afwezig wordt duidelijk als een man bij een afgelegen huis arriveert.
In het huis woont de jonge weduwe Marlina (Marsha Timothy). Een merkwaardig surrealistische detail is dat de mummie van haar overleden echtgenoot in de kamer geparkeerd is. Een man zet zijn crossmotor voor het huis neer en gaat zonder een woord te zeggen langs de weduwe naar binnen. De ongenode bezoeker (Egi Fedly) steekt een mobieltje dat op een kastje ligt in zijn zak en gaat zitten. De bezoeker deelt Marlina mee dat over een half uur zijn zes vrienden zullen arriveren om bij haar te eten, haar te beroven van haar vee en om haar die nacht te verkrachten. De weduwe besluit vanuit de smeltkroes van haar emoties, waar woede en angst om voorrang strijden, het hoofd koel te houden. Haar andere belagers arriveren, voeren haar koeien en geiten af en wachten op de maaltijd. Marlina kookt en zint op wraak
In Westerns speelt het landschap een grote rol. In ‘Marlina the Murderer in Four Acts’ van Mouly Surya is dat niet anders. De stijl van cameravoering met veel oog voor de weidse buitenruimte, de hoge luchten daarboven en voor het contrast tussen binnen en buiten, de acteurs, de viewpoints, de schamele interieurs leveren beelden op, die de kijker geboeid houden. De ‘male gaze’ wordt in de film stevig afgestraft, vanuit het gegeven van de film is dat volkomen terecht. Maar het verhaal is over-the-top en de van Morricone’s westernmuziek afgeleide score benadrukt dat en werkt zowel relativerend als irriterend.
Toch blijf je kijken, de details van het beeld, het breedbeeld formaat, de hoofdrolspeelster en haar schlemielig kwaadaardige belagers zijn genoeg de moeite waard. Het feministisch, surrealistische, filmverhaal blijft dankzij de fotografie van Yunus Pasolang intact. En dan na afloop besef je, dat dit type vorm misschien wel, daar en op dat moment, één van de betere vormen is, om in een specifiek repressief klimaat heikele onderwerpen aan te snijden.

Rami Alayan won de Special Jury Award voor buitengewone artistieke prestatie met het scenario voor ‘The Reports on Sarah and Saleem’. De Chinese film ‘The Widowed Witch’ van Cai Chengjie werd op 2 februari uitgeroepen tot winnaar van de Hivos Tiger Award 2018.

(foto’s met dank aan IFFR)

About [Redactie] 9040 Articles
Berichten in Trendbeheer kort en ingezonden verslagen van gelegenheidscorrespondenten.

3 Comments

  1. de gebroeders Alayan komen niet uit Ramallah. Ze zijn geboren en getogen in Oost-Jeruzalem.

  2. Dank je wel Francisco. Ik laat het zo tot je met onderbouwd bronmateriaal komt.
    Mijn bronnen zeggen over de Alayan’s onder andere:- Muayid- A Palestinian born in Kuwait in 1985, he studied in San Francisco before returning to Bethlehem & The Ramallah-based brothers are participating in the Berlinale Talents […]in 2015.

  3. Bedankt voor het reageren. we hebben gelijk en ongelijk. ze zijn geboren in Koeweit, maar ze waren altijd gebaseerd op Jeruzalem, niet in Ramallah. Mijn bron is afkomstig van de website van hun film.
    “Alayan co-founded PalCine Productions, a collective of filmmakers and audiovisual artists based in his hometown of Jerusalem and in Bethlehem to facilitate collaboration on film and media projects as well as to promote film as an art form among youth.”
    er is nooit een vermelding van ramallah op hun website.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*