About [Redactie] 9032 Articles
Berichten in Trendbeheer kort en ingezonden verslagen van gelegenheidscorrespondenten.

26 Comments

  1. Uit de tekst:

    “Amsterdam, 14 april 2011

    Wij, Nederlandse scheppende kunstenaars, nemen afstand van de kaping van het kunstbegrip door de beleidsmakers en kunstmanagers die beweren namens ons te spreken, zoals de “Tafel van Zes”. Al jaren vergiftigt het jargon uit dit beleidscircus het spreken over kunst in het publieke debat. Met ongetwijfeld de beste bedoelingen spreekt deze managerselite een taal die intussen het kunstbegrip zelf steeds verder aantast en uitholt.

    Niet alleen behoort deze taal inmiddels tot de ideologische grondslagen voor een volstrekt destructieve “hervorming” van het kunstleven door rechts, bovenal vormt zij een regelrechte belediging voor onze beroepseer als kunstenaars. Op geen enkele manier weerspiegelt de bloedeloze fraseologie van de hotemetoten van de “culturele sector” waar het bij kunst om gaat.”

    [Op verzoek verwijderd]

    (“Onderwerp: Liever nog niet extern plaatsen
    Beste Jeroen,

    Liever het stuk echter nog niet extern plaatsen. Eerst willen we de namen verzamelen en het stuk naar de kranten sturen. Wil je het svp verwijderen? Veel dank! Over een dag of 10 kan het wel geplaatst worden.

    Met hartelijke groet, Rozalie”)

    Rozalie Hirs op Facebook: Pleidooi voor een nieuw kunstbegrip

    (Als zodanig hier geplaatst omdat facebook een twijfelachtige plek is. Op Rozalie.com vond ik deze tekst niet. Wellicht duikt-ie later op op een internetstek elders en worden de plaatsers/schrijvers – anders dan Rozalie Hirs – bekend.

    Ik ben benieuwd wie die wij zijn in “Wij, Nederlandse scheppende kunstenaars”.)

  2. Overigens onderschrijf ik (in ieder geval de eerste drie) punten volledig:

    1. Kunst is niet voor een “doelgroep”.
    2. Kunst is geen instrument.
    3. De waarde van de kunst is voorspelbaar noch berekenbaar.

    Supertekst – al haak ik even af bij het hoofdletterdenken in 6. Kunst staat los van Staat zowel als Markt.

  3. “Deze inhoud is momenteel niet beschikbaar
    Deze pagina kan nu niet worden weergegeven. Mogelijk is deze tijdelijk niet beschikbaar, is de link verlopen, of heb je geen toestemming om deze pagina te bekijken.

    Terug naar startpagina`

  4. Rozalie heeft denk ik een beetje teveel grootheidswaanzinsap gedronken. Misschien heeft ze heel even het idee gehad dat ze als Mozes alle kunstenaars naar het beloofde land moet leiden.

    Get real Rozalie.

    Tomenotto.blogspot.com- realistisch over kunst

    -Otto

  5. De hele tekst is nog te lezen op Facebook. De link staat bovenaan. Als rechtgeaarde Nederlanders zijn er naast goedkeuring ook veel bezwaren. Naar mijn idee is iedere analyse belangrijk om boven tafel te krijgen wat er aan de hand is en op welke wijze de achterliggende redenen kunnen worden blootgelgd en mogelijkerwijs worden ontzenuwd.

  6. @Furby:
    “Deze inhoud is momenteel niet beschikbaar”

    Hier wel, maar dat kan aan het wonder dat Facebook heet liggen. Dat je lid moet zijn van de club, ingelogd moet zijn, whatever. Liever zie ik de hele tekst ergens gewoon linkbaar en leesbaar, maar dat komt eerdaags, hoop ik.

    @Tom en Otto
    Stoere praat zeg. Julie zijn vast al heel grote jongens.

  7. Sorry JB. Maar vindt je het niet een beetje vreemd dat iemand als Rozalie beweert dat ‘de tafel van zes’ voor alle kunstenaars spreekt en dat ze deze rol vervolgens zelf op zich neemt.

    -Otto

  8. De link verwijst nu naar een ander event “Screening + conversation: Lars Laumann & Jan Schuijren” Ben wel benieuwd naar de hele tekst.
    Publiceren op FB is ook publiceren…blijkt maar weer. Als de tekst goed is, voor de draad ermee! Welke namen verzamelen? Wie die ‘wij’ zijn? Daarom vooral eerst in kunstenaarskringen verspreiden. Nu moeten ‘wij’ het weer via de kranten lezen? En wordt er weer ‘over ons’ ipv ‘met ons’ gesproken?

  9. Bij stelling 1:

    “Wie een kunstwerk maakt brengt iets in de wereld dat voor iedereen beschikbaar wordt en de wereld leefbaar maakt.”

    stelling 3: “De waarde van de kunst is voorspelbaar noch berekenbaar.”

    Blijkbaar ziet ze bij stelling 1 wel een waarde, namelijk dat kunst de wereld leefbaar maakt.
    Hoe doet kunst dat?

    Ik lees toch voornamelijk veel stellingname van iemand die de kunst in een beschermd eigen leefgebied buiten de maatschappij wil zien, en er veel poetisch religieuse waarde aan toekent.

    Ik denk niet dat de “kunst is gewoon goed, dat moet je lekker laten sudderen” attitude de kunstenaar en zijn/haar werk erg zal helpen.

  10. Evld is zeer correct in zijn observatie naar mijn mening. Kunst is hard werken. Punt. De jonge kunstenaar in opleiding er niet bij gebaat te denken dat alles komt aanwaaien. Zonder cash geen nieuwe werken. Er zijn veel kunstenaars zonder zakelijk inzicht die in de loop van jaren hun ambities moeten opgeven door tekort aan geld.

    Laten we streven naar een realistisch beeld over kunst. Het is tijd voor de nieuwe generatie kunstenaars die internationaal moet concureren met Dusseldortf, Londen, Leipzig.

    Nederlandse kunst moet ballen kweken.

    -Otto

  11. @ tom en otto :”Het is tijd voor de nieuwe generatie kunstenaars die internationaal moet concureren met Dusseldortf, Londen, Leipzig.

    Nederlandse kunst moet ballen kweken.”
    ?
    alsof die er nu al niet is
    zijn jullie wel geinformeerd?

  12. @ Otto
    De kwestie is welke ballen? Een zakelijke, realistische houding als voorwaarde dat heb ik nu inmiddels meer dan voldoende gehoord. Die mantra waart al meer dan een decennium rond hoor. De kleine ondernemer, de creatieve directeur van de eigen praktijk als sjabloon verwijst meer naar de vereisten vanuit de context dan naar een inhoudelijke positionering.
    Een zichzelf serieus wanende kunstenaar is per definitie een coherent opererende ondernemer. Of hij/zij heeft een gallerist, belangenbehartiger die het voor hem/haar doet. Overbodig dit telkens weer op te werpen als definitie.
    Wat is er mis met een uitwieden? Dat is toch bij voorbaat gegeven? Elk kunststudent weet van te voren dat slechts een enkeling het haalt. Of gaat het jou om de opleidingen
    die hierin een verantwoordelijker beleid dienen te voeren?
    En waarom dan? De opmerking dat gedacht wordt dat alles aan komt waaien is volgens mij onzin.

  13. Het lijken wel taliban achtige regels, er blijft toch wel ruimte de kunst af en toe van achteren te nemen?

  14. Beste Jack,

    Mijn post was uiteraard een reactie op Rozalie. Ik ben benieuwd wat jij van haar standpunt vindt? Daarnaast moet ik eerlijk toegeven dat ik niet uitblink in subtiel woordgebruiken noch nuance.

    Maar toch de kwestie blijft dat ieder hopelijk het doel heeft om het onderste uit de kan te halen nietwaar. Al is het misschien is het wel een beetje zelfkastijdend pseudo-heroisch realisme;)

    -Otto

  15. Beste Tom,
    Ik dacht, laat ik meegaan in die Geen Stijl huisstijl lingo. Mijn reactie was uiteraard een reactie op jouw reactie, zo gaat dat. Wat klinkt dit plots beschaafd. Dus toch een act? Vermeende Grachtengordel-upperclass tickelers.
    Ik probeerde de tekst van Rozalie te lezen maar die was verwijderd of zo? Ik zie dat ‘ie er nu weer is. Ga het lezen.

  16. @ jack,

    Welke kunstenaar neemt de kunst het meest interessant van achteren?

    Ik zeg MB!

  17. @ Otto

    Een eerste opmerking zou zijn dat de vermeende ‘vergiftiging’ door het beleidsmatige jargon pas nu aanleiding vormt tot het formuleren van een programmatisch pamflet waarin de contouren van ‘nieuw kunstbegrip’ worden getekend terwijl er geconstateerd wordt dat hierdoor al decennialang ‘het spreken in het publieke debat’ gefrustreerd is geweest.
    Toevallig valt dit opzetten van een inhoudelijk pamflet samen met een herstructurering en bezuinigingsronde van het financiële stelsel onder het kunstengebouw.

    Je vraagt je dan af hoe het zo lang heeft kunnen functioneren in een toen al vergiftigd klimaat. Waren de ‘kunstenaars’ slapende? Was er geen debat gaande? Werd de kunst onder de ogen van de toch als alert veronderstelde schetsers van onze culturele gesteldheid, gekaapt? Dat voorspelt weinig goeds voor de verdere vertegenwoordiging door deze onoplettenden.
    Ik denk eerder dat het een periode van in slaap sussen vertegenwoordigt waarbij de parameters van de kunstproductie voor lief werden genomen.

    Het artikel is erg reactief. De punten zijn raak in de omschrijving van wat niet gewenst wordt maar wordt uiterst schimmig in de formulering van wat het dan wel wil.

    Dat het beleidsmatige jargon werkelijk de biotoop van het kunstzinnige overgenomen zou hebben, is denk een rake constatering. En daarin zit volgens mij de crux van de klacht. De kunst meent een andere ‘waarde’ te vertegenwoordigen die niet wordt gehonoreerd in de politieke definities van waardering. Wellicht wordt die waarde niet herkend of niet als waarde gewaardeerd.

    Een kunst die de democratie denkt te begeleiden in haar functioneren en realisatie moet op een gegeven moment deze taakstelling (en daarmee ook waardering) accepteren, ook wanneer die realisatie op technocratisch wijze gestalte heeft gekregen. Indien de kunst meent niet te passen in deze technocratische slotfase van het democratische proces moet ze wederom de wapens opnemen of zich voegen als instrument of ten ondergaan in overbodigheid. Het is overigens duidelijk dat het opnemen van de wapens eenzelfde instrumentalisering behelst maar dan binnen een andere politiek objectief.
    Indien kunstenaars werkelijk last hebben van revolutionair elan, dienen ze ook een begeleidend sociaaleconomisch manifest te schrijven waarin de kunst een onderdeel is en waarin de juiste ‘waardering’ en/of constellatie waarin deze waardering wordt verklaard. En waarin een totaalvisie wordt gepresenteerd waarin de functie en inbedding van kunst omschreven wordt. Wederom wordt dat hier niet geschetst en wordt die taak aan de technocratische vertegenwoordiging overgelaten. En wordt, en dat is veel belangrijker, de verhouding tussen de onmondigheid van kunst en de concrete vormgeving van de maatschappij bestendigd. Indien de Tafel van 6 werkelijk zo’n ‘vijand’ van de kunsten zou zijn, wil dat alleen zeggen dat de kunsten er zelf niet in geslaagd zijn hun visie of vertegenwoordiging gestalte te geven in de heersende systematiek van besluitvorming en structurering.

    En ik denk dat kunstenaars daar in feite ook geen interesse in hebben, dat is te bestuurlijk, te technocratisch, te ambtelijk. En dat is alleen maar een erkenning van het feit dat kunstenaars niet die medevormgevers van de maatschappij willen of kunnen zijn. In feite is dit opnieuw een roep om bevoogding: geef ons ons geld en val ons niet lastig.
    Er klinkt ook in door dat de kunsten zelf niet de consequentie durven nemen van deze politieke positionering.

    En misschien is dat op zich ook te wijten aan het feit dat het zo verfoeide ideologische jargon zich al veel langer genesteld heeft in de basis van de kunstproductie: de opstellers van het pamflet gaan net zo goed uit van een maatschappelijke inbedding, alleen het is een andere dan de nu de meerderheid vormende regering.

    In die zin is artikel 7 uit het pamflet interessant ten aanzien van de eerste twee punten.

    7. Kunst is niet “pluriform” of “democratisch”.

    Kunst is ongeschikt als beleidsinstrument om falend sociaal beleid mee te corrigeren of verdoezelen. Kunst representeert geen democratische consensus maar gedijt bij rivaliteit van ideeën.

    Het stellen dat kunst geen democratische consensus representeert maar een rivaliteit van ideeën accommodeert, behelst een model van de kunsten zoals dat bij Jacques Ranciere te vinden is die spreekt van een status of omstandigheid van permanente dissensus. De kunsten als platform om door middel van een continue uitwisseling, confrontatie en toetsing van ideeën tot maatschappijvorming te komen. Dat is de kernidee die consequent doordenkend, heel wel in een politiek model te vatten is en waaraan een ideologisch idee ten grondslag ligt.

    Kunst is dus wel voor een doelgroep: voor hen die dit model appreciëren. En niet voor iedereen dus. En die geloven dat het dit effect kan bewerkstelligen

    1. Kunst is niet voor een “doelgroep”. Alle kunst is altijd voor iedereen.
    Wie een kunstwerk maakt brengt iets in de wereld dat voor iedereen beschikbaar wordt en de wereld leefbaar maakt.

    In die zin is kunst dus zeer zeker wel een instrument, zij het voor een ander, hierboven genoemde ideologisch grondbeginsel. De leefbaarheid wordt ingevuld als gedroomd uitvloeisel van dit model. Nergens wordt overigens inzichtelijk gemaakt hoe dit dan functioneren moet. En dat is wel logisch want dan betreden we weer het idioom van het verfoeide en vergiftigende beleidsjargon. En dat is wellicht de grootste illusie waaraan de kunsten lijden: het kunnen vormgeven van de realiteit. Hetgeen een spleen wordt omdat het niet geëxpliciteerd mag worden, dan wordt het te dwingend en programmatisch. Het programma doet in ieder geval de uiterste best om maar niet concreet te worden.

    2. Kunst is geen instrument.

    En dan is dit onzin: de kunstwerken binnen dit ideologische grondplan gedacht worden geacht een bepaald effect te sorteren.

    Elk kunstwerk stelt zijn eigen doelen en heeft zijn eigen effecten. Wat een kunstwerk zal zijn en wat het in de wereld zal veroorzaken is niet voorspelbaar en kan niet door politieke of commerciële agenda’s worden afgedwongen.

    Het eerste deel van artikel 7 rept van instrumentalisering om falend beleid mee te verdoezelen waarmee een verantwoordelijkheid naar de politiek wordt gelegd om de werkelijkheid vorm te geven en die niet bij de kunsten hoort te liggen. Dit is natuurlijk zo maar dat staat in tegenstelling tot deel twee waarin wel naar een politieke vormgegeven constellatie wordt gevraagd.
    Die zou dan ook vormgegeven kunnen worden of er zou geijverd kunnen worden voor die omstandigheden in de vorm van een politiek programma. In essentie gaat het artikel om kleur en voorkeur en niet om een wezenlijke kritiek. Het zou dapperder zijn om dan te stellen wat wel de vereisten zijn voor een gezond kunstfunctioneren ipv slechts een kritiek te formuleren.

    Het pamflet eindigt met “Wij, kunstenaars, eisen de taal weer op.”
    Maar dat is niet voldoende in een constellatie waarbij een maatschappelijke functionaliteit omschreven dient te worden. Dan dien je precies te zijn in je maatschappelijke inbedding en draagkracht verwerven binnen het democratische besluitvormingsproces.

    Of hiervan afzien.

    De esoterische rommel:

    8. Kunst wordt niet “geconsumeerd”.

    Een kunstwerk gaat niet op in het gebruik en is dus ook niet schaars. Daarom zijn economische wetten niet op kunst van toepassing. De gedachte van een kunstwerk is een eeuwige bron.

    of 12. Kunst viert dat wij kunnen denken, voelen, scheppen, leven.

    zijn te tenenkrommend om te becommentariëren. Ik halleluja altijd in privé en draag er zorg voor anderen niet met mijn spirituele onderbuik te belasten. Mijn eeuwigdurende baarmoeder is slechts voor een beperkt publiek inzichtelijk. En om het kunstwerk geheel buiten de uitruil-economie te plaatsen duidt slechts op een politiek-economische kritiek die wederom niet ingevuld of vervolgd wordt. Het hint op een kritiek op het kapitalistische systeem zonder hiervoor verder een alternatief te schetsen. En legt het in zijn ongearticuleerdheid weer de verantwoordelijkheid elders.

    Ik vind kortom de kritiek dun, slecht onderbouwd en doordacht. Het programma als werkelijk programma zou te dwingend worden. Wie gaat de commissies voor deze ideologische invulling formeren? Wie wordt de Voorzitter Agitprop Bureau voor de Permanente Dissensus, wie stelt de parameters op waarbinnen dit platform gaat functioneren? Eindeloze vergadermarathonnen strekken zich uit over de horizon. Maar het hinten naar deze concrete invuling wordt vaag genoeg gehouden om er zelf niet de verantwoordelijkheid voor hoeven te dragen: “ik zat maar te fantaseren, je weet wel, dat doen ‘wij’ kunstenaars”.

    Het ergerlijkste aan het pleidooi is de zucht om het maar vooral niet op de mate van financiering te hebben maar te doen lijken of het om een fundamenteel pleidooi gaat. Een schijnbeweging, een theatrale afwikkeling van vigerende verhoudingen: de kunstenaar is te efemeer voor de vieze klei. Die ‘nieuwheid’ van kunstbegrip is slechts gestoeld op de bange refleks financiele onderbouwing te gaan missen. Voor de rest lijkt het programma op een herhaling van een inmiddels gesetteld en vermolmd kunstbegrip in een jasje gestoken van de pauper bedelend om Moneten.
    Het wil niet hetzelfde jargon bezigen als waar tegen geageerd wordt maar het hint er wel naar en impliceert het zonder het te durven omarmen. Het is een poging nog wat mystieke restruimte over te houden die niet benoembaar is, niet te vatten in het bestuurlijke idioom. Opgesloten in de pseudo-romantische, artistiek restruimte. Voor een werkelijk nieuw kunstbegrip riekt dit teveel naar de oude avantgardistische, modernistische retoriek.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*