In La Loge te Elsene (Brussel) loopt tot 17 januari de expo van Michael Beutler.
La Loge is een private instelling in een prachtig gebouw dat door de vrijmetselaars (vandaar de naam) in het chique Elsene gebouwd werd. La Loge focust op kunst en architectuur en de theoretische omkadering hiervan. Enkele grote namen zitten in het bestuur waaronder de directeur van het MACBA te Barcelona.
Voor Beutler Haus heeft Michael Beutler de verschillende ruimtes van La Loge getransformeerd met behulp van elementen uit zijn eerdere installaties en hier heeft hij nieuwe aspecten aan toegevoegd. De tentoonstelling tracht zo een overzicht over- en een inzicht in het werk van Beutler te geven.
De focus ligt bij Beutler op de creatie, het creëren wordt een doel op zich waarin het resultaat een haast ondergeschikte exponent is. Beutler ontwerpt en bouwt de machines waar hij vervolgens de tapijten, wanden en de vele ‘doelloze’ objecten en structuren voor de expositie mee maakt.
Hij bouwt een machine om blokken mee te maken waar hij vervolgens een grote zetel, een haard en muurdelen mee bouwt. Een weefmachine om een tapijt mee te maken en ga zo maar door.
Het kunstenaarschap teruggebracht tot (middeleeuws) ambacht, of de kunstenaar-uitvinder-filosoof in lijn met de renaissancekunstenaars.
De link met architectuur komt het duidelijkst naar voren op de tafels met maquettes, ‘structuren’, puur abstracte geometrische vormen en materiaalstudies.
Het geheel is overweldigend en bijzonder indrukwekkend. De maquettes en de omgang met de expositieruimte (waar getracht wordt de kunst in het leven te plaatsen) doen (conceptueel) enigszins denken aan de Suprematistische onderzoeken van El Lissitzky (in het bijzonder Proun Raum) of aan experimenten van De Stijl waarin het kunstwerk en de expositieruimte als cumulatief gezien werden (formeel verschilt Beutler duidelijk zeer van deze stijlen).
De link die met architectuur getrokken wordt is daarom begrijpelijk, temeer daar het overdonderende resultaat het haast niet toelaat om een afzonderlijk kunstwerk te onderscheiden (ruimte en werk zijn één geworden). Maar vertrekkende vanuit het creatieproces, de materiaalkeuze en de ‘productionele kritiek’ die eveneens in het werk aanwezig zijn, is het jammer dat een link met design achterwegen gelaten is. Deze link zou verhelderend kunnen zijn wanneer de toeschouwer blijft hangen in de esthetiek van het geheel en moeilijk toegang vindt tot achterliggende waarden waar het procedé en de materiaalkeuze de meest nadrukkelijke van zijn.
Ook vanuit De Loge lijkt men vooral te willen benadrukken dat het om een zo autonoom mogelijk geheel gaat en dat het vooral niets te maken heeft met toegepaste kunst: “Het mag duidelijk zijn dat het ontwikkelingsproces zelf belangrijk is voor Beutler. Hij neemt de meeste beslissingen dan ook tijdens de productie en opbouw van de tentoonstelling. De opbouw zelf blijft een experiment dat van tevoren is voorbereid, waarbij de werking van de ruimte gelinkt wordt aan de vereisten van de materialen. Dankzij deze aanpak behouden zijn interventies hun autonoom, artistiek gebaar.”
Juist in een de productionele- en conceptuele context kan het versterkend werken wanneer de reflecties over ambacht en productie worden doorgetrokken buiten de muren van tentoonstellingsruimte.
De kelder is zoals een kelder betaamd te zijn; rommelig, donker en bijzonder spannend. De opzet doet denken aan de kelder van een kunstacademie waar schappen volgestouwd liggen met experimenten van kunstenaars, restmaterialen, gereedschappen en machines.
In de kelder wordt ook een film getoond waar Beutler te zien is aan het werk op een van zijn machines.
De machine zelf staat eveneens in de kelder. Een surrealistisch gevaarte dat wellicht zou lijken op de vliegmachines van Da Vinci, alleen werken de machines van Beutler wel…
Met achter Beutler’s machine een stel doeken die verdacht veel op kunstwerken lijken.
Op de bovenste verdieping zijn de wanden volgehangen met schetsen, aantekeningen en documentatie van voorgaande projecten. Beutler heeft geheel in stijl met de rest van de expositie op afgescheurde papiertjes titels en nummers bij de documenten geplaatst om ze enige duiding te geven.
Voor de rest wordt de gehele bovenste verdieping gedomineerd door een gigantische structuur die lijkt op het skelet van een gebouw.
Een nadere inspectie leert dat dit niet zomaar een structuur is, maar dat deze drijft op piepschuimvlonders. Beutler laat dus een ‘huis’ drijven op de bovenste verdieping in het huis. Een waardige kers voor een indrukwekkende taart.
Beutler Haus toont zo hoe een rommeltje een ongeëvenaarde strakheid kan hebben en hoe een kunstenaar in staat is zijn universum te scheppen en te herscheppen.
Michael Beutler is nog tot 17 januari te zien in La Loge.
La Loge: la-loge.be/
Michael Beutler (niet echt een goede link gevonden maar op contemporary art daily staan goede foto’s van zijn werken) contemporaryartdaily.com/tag/michael-beutler/
Leave a Reply