Het werk van de kunstenaar Tom Woestenborghs handelt bij uitstek over de privésfeer, over wat zich afspeelt in het momentane, achter de gordijnen van het alledaagse en binnenskamerse; kortom het huiselijke. Banale (non)-activiteiten worden ons door de kunstenaar al dan niet subtiel in het gezicht geworpen. Doch, door het gebruik van een helder kleurenpalet, ontwijkt de kunstenaar het muffige en het typische geurtje wat we onlosmakelijk met interieurs associëren. In zijn kleurrijke taferelen mogen we als kijker als het ware (mee)gluren naar een peepshow, waar de figuranten/modellen zich maar al te bewust zijn van dat derde oog.
Bij het aanschouwen van Woestenborghs’ werken, kunnen we niet voorbij de verwevenheid van privaat versus publiek. Een goed voorbeeld hiervan is de reeks van tien vrouwentorso’s, waarop de vrouwen poseren in half gekleed huisplunje, in een gemoedelijke ongedwongen positie, maar zich toch bewust zijn van die andere aanwezige, zoals hier zijnde de kunstenaar.
Eerst namen de modellen een typische gemaakte (poseer)houding aan, maar de kunstenaar haalde als vertrekmateriaal voor zijn collages, net die foto’s eruit waar de dames op een onbewaakt moment uit hun gekunstelde pose vielen.
Stiekem schamen we ons zelfs een beetje bij die inkijk die wij ons als kijker permitteren. Maar ook de figuranten in de plaatjes zijn niet onschuldig: de pose, het bewustzijn van de blik van buitenaf, het kleine hofmakerij-toneelstukje dat we spelen in het bijzijn van een al dan niet expliciet aanwezige derde … En net dát gegeven is het wankele touw waarop de kunstenaar inhoudelijk en in zijn beeldtaal met een knipoog op balanceert, niet zelden met een spatje (seksuele) verleiding of ironie.
Bij een eerste oogopslag, lijkt Woestenborghs’ werk bijna op een foto + schilderijversmelting, maar zijn eigengereide werkwijze bestaat uit een collagetechniek waarin hij door een traag proces van versneden x-film en papertape, zoals een schilder, vernuftig zijn beelden laag op laag bouwt. Want voor de kunstenaar blijven het schilderijen, desondanks het gebruik van andere tools.
Over naar de frisse expo in de ruime white cube van galerie Frank Taal, waar ik meer tekst en uitleg krijg van de Belgische kunstenaar.
Bij het binnenkomen van de galerie, hangen aan de rechterkant twee collages, gerealiseerd op een gouden ondergrond. Eén werk is een adaptatie van een 19e eeuws werk van Gainsborough, dat volgens de kunstenaar, het romantisch ideaal van het perfecte gezin representeert. Daarnaast hangt een voorstelling van een mooie vrouw die een veredelde “Tinder”-selfie maakt, want ook onze partners kiezen we tegenwoordig vanuit onze woonkamers. (WTF?, denkt ondergetekende)
Daartegenover hangt een digitale collage – het enige digitale werk in de tentoonstelling, een medium dat Woestenborghs nochtans graag gebruikt – met als titel The Servant. Op de afbeelding zien we de beeltenis van een man die in de ochtend, op hoffelijke dienende wijze, een vrouw begroet aan haar bedstee. De print stelt het man/vrouw positiespel in vraag …
Verder wandelend in de ruimte springt een (bijna) abstract werk in het oog: een tegelvloer in honingraatmotief. Ik dacht vorm om de vorm, maar de kunstenaar vertelt me dat dit een ode is aan de recent overleden Belgische kunstenaar Joris Ghekiere, zijn vroegere docent.
Centraal achteraan de galerie, kunnen we gewoonweg niet naast een enorm groot werk van zo’n tweeënhalf meter hoog kijken. In dialoog gaande met het besproken werk The Servant, wordt hier een ander – extremer – positiespel tussen een man en een vrouw afgebeeld. Al worden in dit werk de rollen omgekeerd. De kunstenaar houdt bewust vaag wat hier de attitude van de vrouw is. De nadruk in dit schilderij ligt op de – technisch en plastisch sterker uitgewerkte – interpretatie van een romantisch schilderij van de Parijse schilder Fragonard (deze 18e eeuwse schilder was trouwens ook niet vies van een vleugje erotiek) waarop in dit werk de nadruk ligt.
Een stellig te vernoemen waard plaatje is een werk met twee badmintonmeisjes, die starend naar een pluimpje, zich verliezen in het moment. Alsof ze het net gespeelde badmintonspel, herbekijken in het pluimpje. Door de bruine en gouden tinten die het werk eigen is, is deze – qua toon en tint – subtiele collage, een rustpunt tussen de andere, meer tegen de flonkelende popart aanleunende werken.
Links botsen we op een adembenemende wand, bezaaid met een reeks van tien vrouwentorso’s. Naast de kleurrijke, schaarse plunjes van de dames, valt me op dat de vrouwen ons in kikvorsperspectief worden ‘gepresenteerd’. De vrouwen zijn – hoewel sexy – menselijk, verleidelijk en respectvol afgebeeld. Een geslaagde tienluik!
Op de expo zie je een brede staalkaart van Woestenborghs’ artistiek vernuft versus zijn plastische fijngevoeligheid. Het minste wat je van de kunstenaar kan zeggen, is dat hij de volledige beheersing van zijn schilderkunstige collagetechniek beheerst, zonder dat het een kunstje wordt.
Puike werken, puike expo! Bezoeken die handel! En wel snel, want 8 april 17 is het feestje afgelopen.
franktaal.nl/actueel/show/home_is_a_formal_yet_loving_place.html
Realisatie: Abstract Productions
Leave a Reply