Vandaag is een belangrijke dag voor BEAR Arnhem, voorheen Fine Art en daar voorheen Vrije Kunst. De eerste volledig volgens de nieuwe methode van tutoren afgestudeerde lichting kunstenaars gaan uitvliegen.
Dat zit zo: er zijn een aantal tutoren (kunstenaars zoals bijvoorbeeld Hester Oerlemans, Edwin Zwakman en Gijs Assmann) en die hebben hun eigen klas. Dat gaat dwars door alle vier de studiejaren heen. Daarnaast hebben de studenten dan gastdocenten, projecten en veel theorie.
De afgelopen jaren was het eindexamen niet zo best, het spijt mij dat ik het moet zeggen, want je gunt die jonge mensen de hele wereld. Het was rommelig, er leek een gebrek aan regie, er was geen focus.
Nu lijkt het erop dat de opleiding, waar toch zeer veel gerenommeerde artiesten vandaan komen, ik noem Mark Manders, Rosemin Hendriks en recenter nog Witte van Hulzen, zijn draai weer heeft gevonden. En dat is mooi, want Arnhem heeft die autonome afdeling echt nodig. Er is namelijk een beroemde modeafdeling op dezelfde academie, die ervoor zorgt dat er veel aandacht is voor mode in de stad.( Overigens was de modeshow dit jaar ook weer prachtig, nu in de nieuwe zaal van Musis Sacrum.) Maar een goede autonome afdeling in de stad garandeert meeliftende belangstelling voor de beeldende kunst, en die kunnen we wel gebruiken.
De stralende curator Laura van Grinsven, tevens theoriedocent, heeft ervoor gekozen om de tentoonstelling A Love Story te noemen, om van daaruit een positief verhaal te vertellen over de wereld, de toekomst en de verwachtingen en dat alles met een open blik. Opvallend veel performances zijn te zien, een goed gevuld programma in de speciaal daarvoor ingerichte zaal.
Carmel Klop stuurt een viertal meisjes luid zingend over het paradijs en beschilderd met veel glitters de zaal in, waar ze frontaal voor de bezoekers gaan acteren, op bijna oncomfortabele non- afstand.
Niet te fotograferen zijn de ingrepen van Maud van Dijk. Zij maakte her en der speedbumps op de vloer, waar je zomaar tegenop loopt. Goed gedaan, met exact de juiste kleur en onopvallend maar aangenaam prikkelend. En leuker nog: voor altijd vast aan het gebouw, ook na de tentoonstelling.
Er zijn sowieso veel interactieve installaties.
Bij Jesse Brinkhof kun je aan tafel een kleurplaat kleuren, die een hint geeft over het persoonlijke leven van de kunstenaar. Zijn werk is losjes gebaseerd op zijn ouderlijk huis in een Vinex wijk.
Mirelle Versteeg kreeg de geniale inval om een ouderavond te organiseren op de academie. In een paar filmpjes is te zien hoe Gijs Assmann bloedserieus in gesprek gaat met ouders van zijn studenten om over hun ontwikkeling te praten en vragen te beantwoorden. De jeugd van de studenten en het grote zelfonderzoek dat vaak zo nadrukkelijk present is op eindexamens is hier in Arnhem ook niet afwezig, maar er zijn duidelijk grote verschillen in hoe de kunstenaars daarmee omgaan en wat zij om welke reden dan ook een plek geven in hun werk.
Er zijn een paar serieuze missers, zoals Sarah Damminga, die zichzelf welbewust en plein publiek vernedert door poedelnaakt en wijdbeens voor een broodrooster te gaan liggen. Ook legt ze zichzelf in een konijnenkooi, en heeft ze een pijnlijk verhaal geschreven over het waarom van deze acties: ze wil een man dienen die haar niet ziet staan.
Ze wil gebruikt worden als een tas van AH. Arm kind. Je zou zo’n student eigenlijk moeten beschermen, want gegarandeerd zit ze slecht in haar vel. Interessante discussie, dat wel. Ik begreep dat er onder de docenten ook de nodige onrust was over haar werk. En nee, ik doe er geen foto bij.
Een jonge kunstenaar heeft mogelijk kans van slagen wanneer hij of zij in staat is dit hele particuliere, vaak platte, verhaal te overstijgen.
Wie dat met vlag en wimpel doet is Valentina Gal. Zij ontwikkelde een waarachtige belangstelling voor honden. In een prachtige video-installatie onderzoekt zij waarom dat zo is en welke onderdelen van deze belangstelling zij kan vertalen naar het leven zelf. Ze vroeg hiervoor een Engelse dame met een afstandelijke stem een tekst te lezen die dan weer een keuringsrapport van een hond leest, dan weer literatuur. ‘In healing me, you heal yourself’.
Ondertussen beelden erbij, animaties van een figuur met wuivend digitaal haar. Zelfs in het kleine computertekentje herken je een hond die achter zijn eigen staart aanrent. Daarom is het zo goed, het gaat over een ‘hondheid’, eerder dan over iets persoonlijks.
Verder is er natuurlijk teveel om op te noemen, maar hier toch nog een paar uitblinkers
Esmee van den Akker baseert haar werk op het woord Einzelgänger. Ze propt een sok in haar mond, probeert touwtje te springen met een veel te lange vlaggenlijn, en maakte een totempaal van keramieken ballonnen.
Robin Preusterink maakte een hele reeks fijne sculpturen, onder andere een panfluit van kogelhulzen.
Zoey Lundgren zeefdrukte t-shirts, en bedenkt geestige werken waarin actie vereist is. Dit demonstreert ze graag zelf.
Domas van Wijk bouwde een ingenieuze totaalinstallatie die een ketting van reacties is, een dampende waterkoker zet een koelkast aan tot druipen, een led kaarsje veroorzaakt morse codes die weer iets doen met gitaren, die op hun beurt weer bespeeld worden door een bloeddrukmeter.
Mijn bloed ging in elk geval vrolijk bruisen van deze tentoonstelling.
BEAR, Base for Experiment Art& Research Finals. Tot en met zondag.
Ik denk dat Mariël Smit hier zeker ook genoemd moet worden. Zij schijnt heel veel belovend te zijn…
En dat van mij en de curator in residence uit Spanje ook. We vonden het een verademing na HKU eerder deze week.
Vreemd om hier te lezen dat het werk van Sarah Damminga, wat op mij diepe indruk maakte hier zo afgekraakt wordt.