Wat verdient dat nou?

Net voordat hij een slok kon nemen voelde Joris een hand op zijn arm. De hand stak onder een morsig corduroy jasje uit en hoorde bij een man die duidelijk al een slok teveel op had. Joris stond in gedachten al met een been buiten de deur. Hij had het wel gezien met deze opening.

Helaas liet de hand niet los. ‘Bent u de kunstenaar hiervan?’ vroeg het morsige jasje. Joris keek rond. Het was een groepstentoonstelling en in deze ruimte alleen al telde hij werken van zes verschillende kunstenaars. Het Jasje was duidelijk geen kenner. Des te vermoeiender, dacht Joris.

‘Ik heb het papieren sculptuur gemaakt, daar bij de ingang’, zei Joris, terwijl hij geschrokken zag hoe een vrouw met typisch Hollandse lompigheid het bijna omver liep. Joris vroeg zich af of zijn werk wel verzekerd was. Het zou niet de eerste expositieruimte zijn die geen verzekering had afgesloten.

Het Jasje liet nog steeds niet los. Aan de rand van zijn wijnglas klonterden stukjes brood en salami. Joris moest moeite doen om niet te kokhalzen. Hij probeerde zich op zijn gesprekspartner te concentreren. Het Jasje had een hoofd dat leek te wijzen op een nog onontdekt syndroom.

‘Een beeld van papier’, prevelde Het Jasje. ‘Hoeveel verkoop je daar nou van?’

Nog geen vijf minuten, schatte Joris. Het duurde nooit lang voordat mensen met hem over geld wilden praten, maar dit was wel heel snel. ‘Een paar per jaar’, loog Joris. ‘Een paar per jaar? Maar daar kan je toch nooit van leven’, vroeg Het Jasje. Zijn ogen zwommen in het vocht. Joris zag er in gedachten een paar visjes drijven.

‘Ik wilde vroeger ook kunstenaar worden’, ging Het Jasje verder. ‘Maar dat mocht niet van mijn vader.’ Het Jasje liet een stilte vallen. Joris keek rond. Zou Het Jasje het merken als hij gewoon wegliep? Daar was de hand weer. ‘En gelukkig maar, anders was ik net zo’n arme sloeber geworden als jij!’ Het Jasje begon te schaterlachen.

‘Maar dan wel een arme sloeber die tijdens zijn opleiding vier jaar lang naakte vrouwen heeft mogen tekenen.’ Joris was het zat en besloot gebruik te maken van de stereotypen. ‘Kunstenaars zijn dan wel arm, maar ze hebben het vaakst seks van iedereen, vaak ook nog met hun collega’s. En zelfs als ze ladderzat zijn worden ze nog steeds gezien als intellectueel. Daar kan toch geen betaalde baan tegenop?’

Joris voelde de hand om zijn arm verslappen. Vlotjes zei hij Het Jasje gedag. Nog nooit was hij zo vrolijk weggefietst van een opening.

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

1 Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*