Publiekstrekker

“Jeanine, er staat een afspraak om vier uur in m’n agenda met ene Cora de Beer. Wie is dat en waarom moet ze mij spreken?” Stan keek geïrriteerd naar zijn assistent. Hij hield er niet van als ze zaken inplande zonder overleg. Als curator van het Maas Museum had hij al genoeg aan zijn hoofd.

Jeanine keek niet op van haar telefoon en antwoordde: “Deze mevrouw heeft een bijzondere gift voor het museum.” Stan viel nu uit. “Jezus, Jeanine! Je weet toch hoeveel gelukszoekers we hier over de vloer krijgen die allemaal een euro’tje willen verdienen aan de curiosa die ze toevallig ergens hebben opgeduikeld? Hoevaak heb ik het niet gezegd: we zijn een museum, geen rariteitenkabinet.”

Jeanine bleef rustig en keek nog steeds niet op. “Deze mevrouw leek anders behoorlijk zeker van haar zaak. Ze zei dat ze ons iets kosteloos wilde aanbieden waarmee we wel eens de publiekstrekker van het jaar konden hebben.” Stan liet het erbij. De gift was waarschijnlijk waardeloos. Als museum kregen ze zoveel rotzooi aangeboden. De kunst was dan vooral om vriendelijk te blijven.

Klokslag vier uur stond mevrouw De Beer op de stoep. Een walm van tabak en wierook hing om haar heen, net als een wollen shawl in regenboogkleuren. Ze knikte minzaam naar Stan, die maximaal 20 minuten wilde besteden aan dit gesprek. Hij kwam gelijk ter zake: “U heeft iets voor ons museum?”

Mevrouw De Beer knikte. Ze legde een koffertje op tafel en keek bezwerend. “Ik ben verzamelaar van bijzondere voorwerpen. En af en toe krijg je iets eh… in je schoot geworpen, dat zo bijzonder is… Nou ja, ik moest gelijk aan uw museum denken. Vanwege de historische waarde van het object voor de stad.”

Stan moest toegeven: deze dame wist de spanning goed op te bouwen. Het koffertje ging open en uit een zijvakje toverde mevrouw De Beer een doosje. “Een kennis van mij heeft dit voorwerp eh… uit de eerste hand. Daarom weet ik dat het authentiek is.” Ze schoof het doosje open, draaide het om en op de tafel viel een vergeeld condoom. Stan deinsde achteruit. “Wat is dit?!”

Mevrouw De Beer keek samenzweerderig: “Dit is het condoom van Pim Fortuin.” Stan wist niet waar hij kijken moest. Hij probeerde beelden te verdringen die in zijn hoofd om aandacht streden. Mevrouw De Beer leek zich er niet van bewust. “Mijn kennis was een tijdje de fuckbuddy van Pim. En toen Pim heel groot werd, had hij de tegenwoordigheid van geest om dit condoom te bewaren. Uit landsbelang en historisch besef.”

Stan keek naar het rubberen voorwerp dat een vetvlek achterliet op zijn tafelblad. Hij moest een kokhalsreflex onderdrukken. Mevrouw De Beer merkte het op en zei geruststellend: “Maakt u zich geen zorgen hoor, hij is gewassen.”

De gedachten raceten door Stans hoofd: moest hij deze gift aannemen; klopte dit verhaal wel? En zo niet, van wie was dit condoom dan geweest? En als hij het aannam, hoe zouden ze het dan moeten tentoonstellen; op een model-penis? Hij schudde zijn hoofd. “Dank u wel mevrouw, maar we kunnen dit niet aannemen.”

Mevrouw De Beer keek verrast. “Maar ik heb ook het scheersetje van Pim bemachtigd. U kunt een DNA-match laten uitvoeren?” Stan wilde dit gesprek zo snel mogelijk afronden. “Waarom probeert u het niet bij Museum Prinsenhof in Delft? Die hebben een grote collectie eh… memorabilia van onze voorvaders en politici.” Mevrouw De Beer stond op. Ze plukte het condoom van tafel, duwde het in het doosje en liep weg zonder afscheid te nemen. Bij de deur zei ze: “U maakt een grote fout. Dit had de publiekstrekker van het jaar kunnen zijn!”

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*