Het aanbod is gigantisch, 300 galeries verdeeld over twee hallen, en daarnaast nog een reusachtige hal met werken die beter tot hun recht komen in een museale setting, lees: groot. Dan zijn er nog tal van satellietevenementen, kleinere beurzen zoals de Liste, Volta en Scoop.
In het centrum van de stad is er Art Basel Parcours bedacht, een route waarin verschillende kunstinstellingen de deuren openzetten voor tijdelijke installaties en bijzondere projecten. Deze zijn veelal uitgevoerd door kunstenaars die ook al op de grote beurs zijn vertegenwoordigd.
Los van de kunst is er nog een toffe (kunst)boekenbeurs onder de naam ‘I never read’, een designbeurs, filmvertoningen en ‘conversations’, waar de tendensen besproken worden.
Yuji Agematsu bij Miguel Abreu Galler
Op de galerieafdeling valt op dat alle trends die op de Liste te zien waren, hier ook zijn geland, maar dan meestal beter uitgevoerd. Plastic wordt hier gepresenteerd in een deftige stand in sfeerlicht, hoopjes gemengd afval (y) keurig gesorteerd in koopklare blokjes.
Anne Imhof bij Galerie Buchholz
Gardar Eide Einarsson bij Standard Oslo
De pop-art doemt in vele gedaanten op: Anne Imhof bij Galerie Buchholz zeefdrukte colaflesjes en Gardar Eide Einarsson bij Standard Oslo citeert letterlijk. Het gebruik van alledaagse elementen uit de massacultuur maar dan in een vervreemdende context zag ik ook terug, bijvoorbeeld in de vis met de epische titel ‘what if it barks?’ van Cosima von Bonin bij Petzel.
Ook neonletters waren in grote hoeveelheden terug te vinden, zoals van Jorge Méndez Blake.
Op de sub-afdeling Editions was het een hoop flauwekul. Ik ben echt waar dol op zeefdrukken en alle andere soorten druktechnieken, maar het moet wel ergens over gaan en niet vooral over dat het betaalbaar is. De meeste galeries hier lijken een grote naam verleid te hebben een editie te maken, zodat ze beiden makkelijk kunnen cashen.
Richard Serra maakte een enorm werk met hele dikke inkt, in een oplage van tien, en dat kostte 250.000 dollar. Geen geld voor een echte Serra.
Ook Jeff Koons was lekker op dreef; hij printte bekende oude meesters, sneed er een gat in en plakte er een ronde spiegel in. Piezografie heet hier ‘Archival pigment print’. Oplage 20
Een positieve uitzondering is Christiane Baumgartner, zij snijdt houtdrukken naar aanleiding van videostills, het is zo goed gedaan dat je maar blijft kijken. Helaas niet zo goed te fotograferen
Van de Nederlandse (en Vlaamse) inzendingen was ik onder de indruk. Het kerkje van Helen Verhoeven bij Stigter/ van Doesburg was beeldschoon, met schilderijen, sculpturen, mozaïek. Zij wilde een ruimte maken, die alles zou vieren, bijbelse taferelen naast geweld, het verleden, de toekomst, feit en fictie en alles met mooi licht en blote dames.
Zeno X had een verrukkelijke selectie meegebracht, met het nieuwste schilderij van Luc Tuymans, een sculptuur en tekeningen van Mark Manders (overigens bij Tanya Bonakdar te zien) een hele fijne hond van Johannes Kahrs. Tot mijn vreugde was Kees Goudzwaard er ook te zien begeleid door een gezellige babbel met de galeriecrew die ons beslist naar Parcours stuurde waar meer Mark Manders te zien is.
Mark Manders
Johannes Kahrs
Kees Goudzwaard
Mijn reisgenoot viel in katzwijm bij de film van Turner Prize winnaar Elizabeth Price bij Grimm, een film in vier schermen, die ondersteboven het verhaal vertelt over het magische geluid van water in mijnen.
Meer moois: De Zuidkoreaanse fotografe Jungjin Lee bij Howard Greenberg. Sferische landschappen afgedrukt op handgeschept papier, allemaal even prachtig en geheimzinnig.
Een lichtgevend bos in een aquarium met subtiele belletjes aan de kant waardoor het heel dromerig wordt, van Mariele Neudecker bij Pedro Cera.
Het tweeluikje Breathing Bird van David Claerbout bij Sean Kelly, waarin een vogeltje héél langzaam condens op een raam ademt.
Prachtig werk in de stand van i8 Gallery uit Reykjavik, onder andere grote ronde tekeningen van Olafur Eliasson.
Op de immense Unlimited afdeling, zie voor een idee van de schaal boven, zag ik onder andere een indrukwekkende film van Rirkit Tiravanija. Op de vloer lagen koperen platen en bronzen autobanden.
In de film zie je hoe een brandende autoband rondjes maakt door een andere ruimte alvorens met luid gedonder totaal in de fik te vliegen. De soundtrack is hypnotiserend. De film verwijst naar de rellen in Bangkok in 2015.
Lara Favaretto maakte blokken van geperste confetti die geheel volgens bedoeling langzaamaan uit elkaar vallen, er zijn natuurlijk toch altijd mensen die er aan zitten, en er lopen dagelijks tienduizenden voorbij. Heel museaal, humoristisch en optimaal geschikt voor de ruimte. Zo’n blok wil ik ook!
Zou kunst dan toch allemaal flauwekul zijn?