In Zeeland is op 1 februari 2023 het nieuwe artist-in-residence programma Leeuwenpoort begonnen met locaties in Middelburg, Terneuzen en Ellemeet. Het is de bedoeling dat deze pilot-editie uitgroeit tot een reguliere postacademische kunstopleiding van een jaar. Leeuwenpoort wordt ondersteund door de provincie Zeeland en de gemeente Terneuzen en werkt samen met culturele instellingen, musea en maatschappelijke organisaties in de regio. Initiatiefnemer van Leeuwenpoort is Zeus Hoenderop, oprichter van Kunstpodium T. in Tilburg. In CBK Zeeland in Middelburg is tot en met 25 juni 2023 de eindpresentatie te zien van de negen deelnemers aan het programma.
De deelnemers aan Leeuwenpoort in 2023 vormen een internationaal gezelschap; ze komen uit Hongarije, Polen, Slovenië, België, Duitsland en Nederland. Meerdere van hen hebben in verschillende landen gewoond en gewerkt van Nieuw-Zeeland tot Italië en van Japan tot Canada. Het zijn geen beginnelingen in de kunst, maar beoefenaars uit verschillende disciplines met de nodige ervaring en erkenning.
In het programma van Leeuwenpoort staat dat de deelnemende kunstenaars vanuit hun persoonlijke kunstenaarschap onderzoek hebben gedaan naar actuele thema’s als de klimaatcrisis, het slavernijverleden, duurzaamheid en vrijheid. Dat klinkt enigszins als een nogal geforceerd politiek correcte verantwoording van artistiek onderzoek in de beeldend kunstpraktijk, maar anderzijds komt in de resultaten die in CBK Zeeland te zien zijn, toch vooral de persoonlijke noodzaak naar voren om op een eigen manier het bestaan te verbeelden en naar de wereld te kijken. Nergens zie je een er met de haren bijgesleept onderwerp om maar in de mal van het eigentijdse kunstdiscours te passen.
(een bericht van Alex de Vries)
Als op 8 juni de tentoonstelling wordt geopend, gebeurt dat met de performance ‘Possibility of a Relation’ van deelnemer Jatun Risba. Voor een op de vloer met blauw tape gemarkeerd vierkant, door haar aangeduid als de zee, declameert en schrijft ze een tekst waarin ze de baarmoeder beschrijft als een boot en een peilloze diepte (abyss) die de mogelijkheid van een relatie draagt. Ze besprenkelt de geschreven tekst met haar menstruatiebloed dat ze in een fles heeft opgevangen tijdens haar verblijf van een half jaar in Zeeland en laat het uitstromen in de afgebakende zee terwijl ze de Bardo mantra uit het Tibetaanse dodenboek declameert. Met de performance roept ze het beeld op van een vrouw die haar wezenlijke vrijheid bevecht om te kunnen zijn wie ze is.
Onder haar hangende tuin van gevlochten gras die ze met draadjes aan 43 haakjes in bestaande gaatjes van de meer dan vijfhonderd jaar oude balken van CBK Zeeland heeft bevestigd, vertelt Natascha J.A. Rodenburg over haar intentie om met haar interactieve sculptuur verhalen van het publiek te laten horen. Er staan vijf ‘krukjes ter ondersteuning’ om de verhalen via een koptelefoon of via een QR-code te beluisteren. Het gras is afkomstig van het kerkhof van Westernieland in Groningen en een Paul Briët huis, een tijdens de oorlog gebouwde noodwoning, in Middelburg en vormt een meer dan dertig meter lange vervlechting van verhalen over de Kerstvloed van 1717 en de Waternoodramp in 1953 waardoor beide plaatsen met elkaar zijn verbonden. Ze zijn als het ware onder een maretak bij elkaar gebracht.
Het idee van persoonlijke vrijheid is terug te vinden in bijna alle bijdragen aan de tentoonstelling. De deelnemers aan het Leeuwenpoort programma zijn er vooral van doordrongen geraakt dat de idee van een onafhankelijke, autonome, op zichzelf betrokken manier om beeldend kunst tot stand te brengen vooral waargemaakt kan worden binnen het idee van de ‘vrije kunst’. Binnen de kunst heb je de vrijheid om te kunnen zijn wie je bent en om je uit te spreken over de onderwerpen die je aangaan zonder je te conformeren aan maatschappelijke of politieke opvattingen die van buiten of bovenaf worden opgelegd.
Dat standpunt verwoordt ook het vader en zoon kunstenaarsduo Paul en Menno de Nooijer die in de week voorafgaand aan de tentoonstellingsopening driemaal met de kunstenaars over hun werk hebben gesproken en de totstandkoming van de voortdurende veranderende presentaties hebben gevolgd.
Zij verzorgen een introductie en Paul de Nooijer vertelt dat hij vanwege fysieke gezondheidsproblemen de laatste maanden veel in gesprek is geweest met zijn huisarts over leven en dood, vooral over dat laatste, en dat hij naast het belang van het beroep van zijn huisarts nog 450 andere beroepen heeft geïnventariseerd van mensen die we om ons heen nodig hebben. Zeker in de week voorafgaand aan de tentoonstelling, is hem opgevallen dat beroepen als danser, filmmaker, regisseur, architect en beeldend kunstenaar vaak leiden tot gesprekken die verder gaan hoe je de wereld met je werk draaiende kunt houden. ‘Het zijn mensen die hun hoofd en lijf inzetten om ons verder te helpen,’ zegt hij.
Menno de Nooijer voegt eraan toe dat hij in de gesprekken met de kunstenaars er blij van wordt dat ze ‘een beetje prettig gestoord’ zijn. Het kunstenaarsduo heeft voorafgaand aan de opening de deelnemers de vraag voorgelegd waarom ze kunst maken en nodigen ze nu uit daarop hun antwoord te geven, omdat ze hebben laten weten daar wel iets over te willen zeggen.
De Hongaarse Adriána Kóbor, die in haar werk met visuele poëzie de wisselwerking tussen kunstmatige mechanismen en natuurlijke fenomenen verbeeldt, laat meteen weten dat ze die vraag toch niet kan beantwoorden. ‘Het is net zo’n vraag als ‘Moeder waarom leven wij?’ uit de bekende gelijknamige sociale roman van Lode Zielens uit 1932. ‘Ik maak kunst omdat het voor mij echt noodzakelijk is, anders zou ik echt gestoord worden,’ zegt ze. ‘Ik hou me bezig met het beeld dat uit tekst ontstaat, omdat ik wil weten wat er achter de woorden zit. Bij beeldende kunst heb je kans daarbij stil te staan zonder dat het uitsluitend een mentaal proces is. Je kunt het fysiek maken.’
Bianca Runge vertelt dat ze al als klein kind als machteloos toekijkende buitenstaander in het leven houvast vond door voorwerpen te verzamelen: munten schroeven en kraaltjes. ‘Nu doe ik in mijn werk spullen juist ook weg om zo iets achter te laten waarmee ik een verhaal kan vertellen over hoe je kunt leven.’ In haar werk is een sterke wisselwerking met de natuur zichtbaar. Haar sculpturen bestaan uit boomstammen op een gefragmenteerd ondergrond van versneden tapijten die, alsof ze met korstmos zijn bedekt, worden overwoekerd door spiegelend aluminium en kralen.
Karl Karlas geeft te kennen dat ze andere dingen dan beeldende kunst heeft geprobeerd, maar dat ze er niet in is geslaagd daarin een zinvolle tijdsbesteding te vinden. ‘Er zijn heel weinig beroepen waarin je kunt blijven spelen en op een andere manier met dingen om kunt gaan dan gebruikelijk is. Een kind dat aan het strand met zand speelt, vraagt zich niet af waarom het dat doet. Vanuit die onwetendheid heb ik hier veel zand naar binnen gehaald en het is iets wat ik voor eeuwig zal blijven doen.’ Ondertussen is haar sculptuur van gestapelde glazen potten en een aantal zandzakken waarvan de bovenste langzaam leegloopt gehouden een metafoor voor het behoud van licht, lucht en ruimte in het denken over en het verbeelden van haar wereld. Ze is op zoek naar een manier om de wankele wereld te stabiliseren.
De rasschilder Nada Raemansky laat haar schilderijen spreken. ‘Ik wil vooral de vrijheid beleven in het schilderen vanuit de plaats waar ik vandaan kom.’ Voor haar staat vrijheid gelijk aan ruimte en die brengt ze schilderend in kaart vanuit haar woonplaats Gent. Met 360 graden foto’s van Google Streetview als uitgangspunt verbeeldt ze de manier waarop het schilderkunstige perspectief ruimtelijk kan worden ervaren. Juist door een panorama plat af te beelden ontstaat er in haar werk een versterkt effect van ruimtelijke ervaring door kromgetrokken lijnen.
Agata Wieczorek laat weten dat ze de onmogelijke vraag van Paul en Menno de Nooijer alleen maar kan beantwoorden door te zeggen dat ze met de beeldende kunst probeert een wiel in zichzelf te ontdekken waarmee ze een bepaalde richting in kan slaan. Haar poëtische, dromerige werk is autobiografisch en metaforisch tegelijkertijd. Op haar eigen bed heeft ze een tekst geborduurd en een opengeslagen dagboek neergelegd waarin ze schrijft over een droom waarin ze door Dorlis wordt bezocht, een demon die seksuele handelingen verricht met mannen en vrouwen terwijl ze dromen. De verbeelding van de Dorlis figuur kwam vooral voor in de culturen van Martinique en Guadeloupe tijdens de Franse kolonisatie. Door haar droom is Wieczorek persoonlijk bij die geschiedenis betrokken geraakt en ze heeft er een poëtische, particuliere uitwerking aan gegeven.
Als beeldende kunst een uitkomst is van artistiek onderzoek dan is de Japans-Duitse Yuki Jungesblut daar een uitgesproken vertegenwoordiger van. Zij heeft de tijd in Zeeland aangegrepen om een verhouding te vinden met het vlakke land dat haar daar tegemoet trad. ‘Je kunt je afvragen of je als kunstenaar wordt geboren of niet‘ zegt ze. ‘Ik hou me bezig met hoe de wereld werkt en de vraag “Wat is waarheid?” Ik voel me in de kunst het meeste thuis.’ Dat neemt niet weg dat ze in haar kunst een onophoudelijke zoektocht onderneemt naar wat haar plaats in de wereld is. In CBK Zeeland heeft ze een aparte ruimte ingericht als een kantoor voor het verbeelden van het werk ‘A very flat land’. Daarmee verwijst ze naar haar academische verleden dat ze achter zich laat om min of meer verloren te raken in het weidse Zeeuwse landschap. De beelden die ze daar fotografisch heeft vastgelegd zijn van voorbijgaande aard. Zij heeft ernaar gekeken, maar er komt steeds weer iets anders op haar weg.
Dat is ook meteen de vraag die geldt voor alle deelnemers aan het programma van Leeuwenpoort in 2023. De laatste van hen, Robert B. Lisek laat zijn ‘Book of death’ zien dat vanuit onderzoek naar kunstmatige intelligentie en hoe machines leren de eindigheid van de mensheid voorspelt. De vraag hoe we onszelf overbodig maken wordt door hem als verhalenverteller en componist van ‘spectrale, stochastische concrete muziek’ in toekomstscenario’s verbeeld.
De eindpresentatie van Leeuwenpoort in CBK Zeeland laat vormen van onderzoekend kunstenaarschap zien die de voortzetting ervan in een volwaardig postacademisch programma rechtvaardigen. Zeeland is en blijft in de beeldende kunst een voedingsbodem voor nieuw land dat keer op keer overspoeld kan raken door invloeden waar je geen controle over hebt. Als je de kunst als een vrijhaven in het leven wil zien, kun je in Zeeland aanmeren waar je maar wilt.
T/m 25 juni a.s.
www.cbkzeeland.nl/kunst/eindtentoonstelling-van-leeuwenpoort
I am posting the artist statement about the work “Possibility of a Relation” as it got misinterpreted.
In the work ‘Possibility of a Relation’, the artist Jatun Risba traces on the floor an alchemic matrix for the webs of conviviality to come.
A transparent one square meter – symbolizing the burden of the rising cost of living, including real estate – is attached to the gallery floor with a blue tape. This blue square is both a sanctuary of hopes for the future and the threatening abyss of the ocean with its rising level of sea and the memories of many who died trying to cross it.
A poetic spell gets written on a white wooden board, representing the body of a ship traversing the transatlantic ocean in a staged minimundus. Its echo – “possibility of a relation” – is underlined with the artist’s menstrual blood: the blood of life and inner cleansing. Through a nonagressive offering of inner substances, the performance creates a portal where time is suspended. In ritual time, past, present and future coexist, so that magic and trans-generational healing can occur.
To put it in simple and widely accessible terms, the artworks is informed by and deals with the transatlantic slave trade past in the region of Zeeland (NL). By devising a life-enhancing alchemical rite of passage with the use of self-harvested, cruelty-free menstrual blood, the artist, who identifies as queer, detours the local history of violence against humanity on one hand and the use of blood in Voodoo rituals, gained through animal sacrifice, on the other.
Thanks for the possibility of sharing the true story behind the work.
Jatun Risba
Ik dacht eerst dat het een parodietje was op betekeniskunst, niet bevestiging van mijn weerzin tegen performances is het algemeen en dit soort ondragelijk etalagewerk in het bijzonder, toen ik Alex de Vries keurige en uitgebreide omschrijving van het werk las. Maar er miste nog iets: “To put it in simple and widely accessible terms, the artworks is informed by and deals with the transatlantic slave trade past in the region of Zeeland (NL).”
Woeha!
Overtreffende trap.