Het voorgenomen cultuurbeleid van het kabinet zorgt voor een kaalslag van 350 miljoen euro en een negatief domino-effect in de kunst- en cultuursector. Dat blijkt uit een analyse in opdracht van private financiers, gemeenten en de kunst- en cultuursector, waaronder het Cultuurfonds en Kunsten ’92. “Vlak voor Prinsjesdag luiden wij als consortium de noodklok. De ongecoördineerde stapel van bezuinigingen en maatregelen heeft een enorme impact op de hele kunst- en cultuursector, zowel op de korte als op de lange termijn”, vertelt Cathelijne Broers, directeur van het Cultuurfonds.
Uit de analyse blijkt dat het totale pakket aan kabinetsmaatregelen elkaar negatief versterkt. Naast de verhoging van de btw van 9% naar 21% en de verhoging van de kansspelbelasting, worden de gemeente- en overheidssubsidies verlaagt en de giftenaftrek aangepast. Broers: “Voor het eerst zijn de data van dit consortium samengevoegd en geanalyseerd en daaruit blijkt dat de gehele kunst- en cultuursector wordt geraakt met een verlies van 350 miljoen euro per jaar aan inkomsten. Dat komt door de afname van publiek, minder subsidie en minder private inkomsten. Er is daarbij geen verschil tussen gesubsidieerde en niet- gesubsidieerde culturele uitingen, grote gerenommeerde gezelschappen en nieuwe talenten en cultuurparticipatie binnen of buiten de Randstad.”
Kabinet rekent zich rijk
Volgens Haagse bronnen zegt het kabinet de inkomsten uit de btw-verhoging té hard nodig te hebben om deze terug te kunnen draaien. Broers: “Het kabinet rekent zich onterecht rijk. De btw-maatregel kost de sector meer dan dat het oplevert voor de staatskas. De rekenfout die gemaakt wordt, is dat er in de prijselasticiteit btw-verhoging niet gerekend is met de stijging van de prijzen van entree tickets door de stijgende kosten voor personeel, materiaal en energie. Er wordt uitgegaan van 5-6% minder publieksinkomsten, maar dat is eerder 9-12%.”
Aantasting werkgelegenheid
De analyse toont verder aan dat de voorgenomen maatregelen zowel de maatschappelijke waarden van cultuur als de werkgelegenheid de en bestaanszekerheid aantasten. De kunst- en cultuursector is verantwoordelijk voor een directe bijdrage van 5,5 miljard euro aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) en biedt, samen met de creatieve industrie, werk aan 392.000 mensen. Broers: “Onderschat de maatschappelijke waarden van kunst en cultuur niet. Het brengt mensen samen, zet aan tot kritisch denken en heeft een positieve invloed op onze gezondheid. Onze geschiedenis wordt in musea door heel Nederland in leven gehouden, zodat elke generatie kan leren over de Nederlandse kunst en cultuur, gebruiken en innovaties. Dat moeten we toch behouden en juist in investeren in plaats van op bezuinigen?
Het consortium vraagt met klem om uitstel van btw-verhoging, zodat er eerst gedegen onderzoek komt naar de daadwerkelijke opbrengsten en gevolgen voor de sector. Ook de gevolgen van de korting op het gemeentefonds dient nader onderzocht te worden. Volgens de private financiers, gemeenten en de kunst- en cultuursector is het een ongecoördineerde stapel van maatregelen waar niemand zicht op heeft of vanuit het Rijk verantwoordelijkheid voor neemt. Zij roepen minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de regie te pakken.
Samenwerking cultuurregio’s onder druk
Touria Meliani, wethouder Kunst en Cultuur gemeente Amsterdam: “Cultuur verbindt en verrijkt de levens van heel veel Nederlanders. Dat is enorm veel waard. Ik ben mij rot geschrokken van de bevindingen in deze analyse. Met name de korting op het gemeentefonds, waar gemeenten ook de lokale kunst en cultuur mee ondersteunen heeft grote gevolgen. Het zal leiden tot scherpe keuzes voor de culturele sector in het hele land: lokaal, regionaal en landelijk. Iedereen in Nederland heeft recht op cultuur. Het zou niet moeten uitmaken hoe groot of klein je portemonnee is of waar je in Nederland woont.”
Marcelle Hendrickx, wethouder Cultuur gemeente Tilburg en bestuurlijk woordvoerder cultuur van Vereniging van Nederlandse Gemeenten: “De korting op het gemeentefonds en de btw-verhoging hebben de grootste impact blijkt uit deze analyse. Die impact gaat verder dan de kunst en cultuursector. Het gaat ook over talentontwikkeling van onze inwoners, over het tegen gaan van eenzaamheid en het bevorderen van welzijn van mensen. Toegang tot kunst en cultuur heeft daar een heel positief effect op. Als individuele gemeenten zich door de korting op het gemeentefonds genoodzaakt voelen om te bezuinigen op kunst en cultuur, zal de btw-verhoging een maatregel zijn die het effect van de landelijke bezuinigingen verder versterkt. Hierdoor verdwijnen waardevolle samenwerkingen binnen de verschillende cultuurregio’s en dat is ontzettend zonde. Hierdoor komt zowel het cultuuraanbod en talentontwikkeling van met name inwoners buiten de randstad extra onder druk te staan. Daarnaast zorgt de btw-verhoging ervoor dat kunst en cultuur duurder en dus minder toegankelijk wordt voor mensen met een kleine portemonnee. Dat willen we toch niet?!”
Domino-effect
Gemiddeld genomen wordt de culturele sector bekostigd door 50% subsidie en 50% eigen inkomsten, die bestaan uit 40% publieksinkomsten en 10% private financiering. Broers: “Dit kabinetsbeleid is desastreus en zorgt voor een domino-effect, doordat financiers elkaars gaten niet kunnen dichten en vooral ‘risicomijdende’ projecten gaan steunen. Dit zal voornamelijk ten koste gaan van de kleine en middelgrote instellingen en makers. Het gevolg is een verarming van de culturele infrastructuur die nu al tastbaar is buiten de Randstad en in grote kerngemeenten.”
Volgens het consortium raken bezuinigingen bij producerende en presenterende instellingen in de Randstad en grote kerngemeenten direct regionale musea en podia. Want de grote publiekstrekkende voorstellingen komen daar vaak vandaan en die zorgen dat podia de middelen hebben voor de financiering van programmering uit de eigen regio en opkomend talent.
Jeroen Bartelse, covoorzitter Kunsten ’92: “De kunst- en cultuursector voer net de ‘perfect storm’ uit: coronapandemie, energiecrisis en kostenstijgingen deelden flinke klappen uit aan makers en organisaties. Deze analyse laat zien dat de stapeling van maatregelen de sector nog eens midscheeps zal raken. Bij elkaar genomen hebben deze maatregelen een grotere financiële impact dan de draconische bezuinigingen van kabinet Rutte I in de periode 2010-2012.”
Leave a Reply