Kunstenaars maken andere tentoonstellingen dan kunsthistorici en kunstwetenschappers. Zij leggen intuïtieve verbanden en hebben lak aan wat de geschiedenis aan orde voorschrijft. De dialoog tussen de werken is belangrijker dan de kunsthistorische volgorde of compleetheid.
Luc Tuymans koos voor de tentoonstelling The Gap, die nu in het M HKA te Antwerpen te zien is nadat de première in Londen was, abstracte werken van Belgische kunstenaars uit drie generaties.
Nog tot 29 mei
www.muhka.be/nl/toont/event/3310/THE-GAP
Hoewel zijn eigen werk grotendeels figuratief is zegt hij een grote liefde te hebben voor abstractie. Hij ontdekte tijdens het samenstellen van de tentoonstelling onverwachte verbintenissen tussen oudere en jongere kunstenaars. Er bleken overeenkomsten te zijn in de manier van kijken en de wijze waarop zij nadenken over de constructie van beeld.
Met deze conclusie maakt Tuymans duidelijk dat de kunst van een halve eeuw geleden nog steeds actueel is. Met deze gedachte in het achterhoofd zou je de tentoonstelling als een tijdloze presentatie kunnen ervaren. Tijdsgewrichten vallen weg in de wereld die de werken zouden moeten oproepen. Jaartallen zijn niet van belang.
Bij de geknipte banen in het werk van Walter Leblanc vind ik mezelf van het ene been op het andere wippend om de juiste lichtval te verkrijgen. Het is razend knap gemaakt, strak, scherp, je blijft kijken.
Na een tijdje rondlopen realiseer ik me dat die perfectie voor mij persoonlijk wel een voorwaarde is voor geloofwaardigheid. Het mag liever geen rafelrandjes hebben, geen vlakken die net niet helemaal geschilderd zijn.
Het is bijzonder storend dat er in het zwarte drieluik van Amédée Cortier een deukje zit. Daar blijft je oog toch op haken.
Dit drieluik hangt overigens wel beeldschoon in de ronde zaal links, waar ook de installatie van Philippe van Snick staat. Het licht is daar sereen.
Ook in dezelfde zaal: een opgerold reepje van een blikje corned beef van Gert Robijns.
Maar die Tuymans speelt wel een beetje vals, want een zaal verderop plaatst hij een ander werk van Robijns dat helemaal niet abstract is, behalve dan in de ideevorming: Nicecream.
Een ijsbeker op een schraag.
Van Philippe van Snick zijn er meer werken te zien, zoals de 10 dagen-10 nachten, die effectief bovenin een wand zijn geplaatst zodat je oog moet zoeken en je eerst moet scherp stellen.
Zo op het oog kun je inderdaad allerlei dwarsverbanden ontdekken: bijvoorbeeld tussen Gaston Bertrand (een werk uit 1948) en het gigantische doek van Pieter Vermeersch (2015). Beide scheppen een nieuwe dimensie in kleur.
Vooral het laatste schilderij is een zeer sacraal werk, dat je van ver af met lage stem hoort roepen.
Wie klaar is met The Gap, loopt best nog even door naar de zaal aan het eind rechts. Daar realiseerde de Portugese kunstenaar Alexandre Estrela een ruimtevullende installatie van video’s en geluid. Een gave film over drie meloenen die hangen te trillen in een aardbeving. Ergens anders wordt zeeschuim zomaar een sneeuwbui en wist je al dat een oog uit een diepe krater bestaat?
Nog tot 29 mei
Leave a Reply