Nogal een van verschil: de invuloefeningen zonder enig schilderkunstig moment van Otto Freundlich, tegenover zesentwintig nieuwe abstracte werken van Gerhard Richter, zum 85ste Geburtstag.
Om met het gedegen retrospectief van Otto Freundlich te beginnen – fraai is het allemaal niet, pijnlijk wel.
Alle grote werken zijn weggebombardeerd. Geinspireerd door een werkperiode in de kathedraal van Chartres wil Freundlich vooral glasramen maken. Geen enkel raam wordt gerealiseerd. Wat rest zijn schetsen, schilderwerk, gouache’s en een spaarzame mozaiek. Freundlich eindigt in Sobibor.
Centerpiece is een verloren gewaande grote mozaiek uit de opera om de hoek. Het is tevens het grootste werk op de tentoonstelling. Birth of man.* Latere werken zijn abstract. (* Ik zag deze week toevallig een werk van de firma Mattel – Captain America Cicil War, een rolprent van bijna 3 uur. Tarkovsky/Bella Tar formaat zeg maar. Deze mozaiek had formeel model kunnen staan voor wat op diverse manieren stripvaardig gans anders tot leven wordt geblazen. Ik bedoel maar de mozaiek had ook De geboorte van Superman kunnen heten – gloeiende rode dageraad bezien was het in zekere zin ook zulks. De portee meer verheffend bedoeld dan als betekenisloos amusement alleen – maar archetypisch verwant.)(En als ik het zo opschrijf kun je het nooit meer anders zien.)
Zijn beeld zonder titel (de nieuwe mens) stond centraal stond in de marketing van de blockbuster Entartete Kunst,
Spiritueel communisme (zijn term) daar ga je al. Vlaggetje vaantje de toekomst is rood en alle kleuren zijn gelijkwaardig, geen afscheidingen!, louter evenwaardige kleurvlakken. Het simplisme van zo’n gedachtegang is al vervelend, als de uitwerking gespeend is van elke vorm van creativiteit, last van gekte, oog en hart voor wat verf, kleur en vorm kan doen, ben je er snel klaar mee.
Ministek met precisie.
De tentoonstelling voelt vooral als de wens een Keulse kunstenaar postuum de geschiedenis in te schrijven, waar originaliteit, zeggingskracht en invloed op andere kunstenaars grotendeels ontbreken.
Overigens – volksstammen vinden het mooi. Waarschijnlijk. Het is aaibaar. Een deel van mijn gezelschap omarmde kirrend de kleurige plattitudes vol ingebakken betekenis.
En is Kandinsky nou zoveel beter? (Ja) Let op deze foto op de touwtjes.
Dan Richter. Schilderkoning van de laatste eeuw, kan-ie het nog, waarin verschilt het duizendste schilderij op deze fiets met het pak hem beet vijfhonderdste Op de afbeeldingen zijn de nieuwe werken schijnbaar fuck ugly en bij binnenkomst is de eerste indruk een potpourri van kleuren, schilderclub Het Bonte Palet pakt uit, Damien Hirst’s spin paintings lijken associabel, maar dan vierkant en zonder spin, dieper beledigend kan ik niet schrijven.
Ha, maar dat is allemaal scherts, die Richter is me der eentje, die kan zoooo goed schilderen…
De indruk met aandacht is milder.
Want in de weer met verf, het oppervlak, de maat, het doek: dat kan-ie. (En dat weten we.) Wie de tijd neemt na die eerste indruk ziet de hand van de meester. De schilderijen zijn stuk voor stuk technisch briljant. Handwerk. En wat verf kan doen. Vakwerk, de man heeft een metier, de man beheerst zijn eigen vocabulair, alles is Richter.
En daar is alles dan ook wel mee gezegd. Alles is Richter. The spirituality in painting – die al helemaal ontbreekt bij Freundlich – is hier zoek. Ik zie vakwerk, in alle maten en soorten, heel veel vakwerk. Richter als Richter. Verf op doek. Hartstochtelijke lelijkheid.
Maar dan de details: bovenste twee foto’s zoomen random in op 1 doek. En elk werk is overvol met wat er allemaal gebeurt, met vergelijkbare detailering. daar ga je dan.
Is één doek niet genoeg?
En dan – de meester heeft de aanzienlijke collectie Richter van Museum Ludwig gecurateerd en straf gehangen.
Incluis een nieuw werk (2016) getiteld spiegel. (En dat is het ook.) (Wat moeten we daar nu weer van denken?)
En dan bovenstaand kruis.
Freundlich heeft het nog over (cosmic) communism, Richters abstracte nieuwe werken zijn – iets hedendaagser gezegd en zonder de connotatie van falende fopreligie inbesloten – intens democratisch: overal, alles, verf, kleur, alles is gelijk. Geen A boven B. Intern zijn de werken evenwichtig, zo naast elkaar zijn ze same same but different: toch 26 individuen.
Waar Freundlich geen glas in lood deed, Richter wel – Keulse dom om de hoek.
Hans den Hartog Jager schreef veel over GELD waar het deze Richter’s betrof (“Richter tovert verf om in geld“). De vraag naar de markt, niet naar de waarde, centraal stellend.
Richter neemt ze allemaal weer naar huis, ze worden niet verkocht. (Maar bloost de curator – misschien valt er een van de wagen voor het museum.)
Neue Bilder – Gerhard Richter nog tot 1 mei
museum-ludwig.de/de/ausstellungen/gerhard-richter-neue-bilder.html
Otto Freundlich – Kosmischer Kommunismus nog tot 14 mei
museum-ludwig.de/de/ausstellungen/otto-freundlich-kosmischer-kommunismus.html
Nu we er toch zijn en gewoon omdat het kan:
Philip Guston voor het goede humeur. Doe mij maar een retrospectief.
Blinky Palermo voor de bedevaart.
Beuys op zijn best. Kunst als fetish boven markt. En wat een twee briljante werken.
En een whopping vette Sigmar Polke, wat een feest…
Leave a Reply