Trots toonde Filemon Fokker zijn laatste werk aan de galeriehouder met wie hij al jaren samenwerkte. De sympathieke schilder was helemaal naar Brabant afgereisd om zijn nieuwe serie te tonen. Hij sloeg een andere weg in, dat was duidelijk.
Zelf was hij er heel gelukkig mee. Hij instagramde er op los. Dat zag hij wel meer om zich heen gebeuren. Eerst had hij zich verbaasd over zoveel gelukzalige zelfbevlekking bij zijn collega’s, maar uiteindelijk was hij overstag gegaan. Online scoorde zijn nieuwe werk heel goed. Maar daar had zijn galeriehoudster geen zicht op.
Hij spreidde de werken uit op de galerievloer en nam een slok koffie. De Galerista met de Zachte G veegde ondertussen de kleurig geverfde lokken uit haar gezicht. Het was inderdaad een nieuwe weg die Filemon insloeg. Eigenlijk heel dapper, voor succesvolle kunstenaars om zichzelf te blijven ontwikkelen, had de Galerista met de Zachte G moeten denken. Maar dat deed ze niet. Ze wist het niet.
Ze beloofde het werk op te nemen in een groepstentoonstelling en Filemon reisde weer helemaal terug naar het westen van het land. Blij dat hij al jarenlang met deze galerie samenwerkte.
Tot zijn grote verrassing werd Filemon een paar dagen later gebeld. “Filemon, ik heb noj efkes zitten denken en voljens mij moeten we jouw werk ophangen in m’n kantoortje.” Filemon was verbaasd en vroeg waarom. “Ik ben bang dadde er noj niet helemaal bent, qua nieuwe ri-jting.”
Filemon had dankzij zijn kinderen geleerd dat hij veel geduld moest hebben in het licht van onwetendheid. Maar dat geduld was nu even ver te zoeken. Hij reed in zijn auto naar Brabant en haalde het werk op. Een expositie in een achterafkantoortje kon altijd nog als hij oud en seniel was.
De Galerista met de Zachte G was ‘erruj verrast’ door deze reactie en ventileerde dat een week later tegen een andere kunstenaar. Ze had net een slok genomen en stond met een haar onbekende schilder te praten tijdens een opening bij een bevriende galerie. “Wa vinde daar nou van?”, vroeg ze.
Wat de haar onbekende schilder had moeten vertellen was dat het niet zo kies was om deze zaken met onbekenden te bespreken. En dat het van weinig integriteit en professionaliteit getuigt om op deze manier je vuile was in andermans gezicht te hangen. Maar dat deed hij niet. Hij was onder de indruk van deze galerie. En hij trapte ongewild in de beeldvorming dat beeldend kunstenaars grillig en onbetrouwbaar zijn.
Leave a Reply