Terwijl het gewone leven doorgaat, wordt hier in Paramaribo december ten volle het culturele leven gevierd: de huishoudbeurs, hét event van Paramaribo. Het voelt voor de mensen hier zelfs groter aan dan de Miami-artfair, de Scope, de Nada en al die andere schaduwbeurzen bij elkaar.
Daarnaast natuurlijk de onvermijdelijke wit/ en zwartgeschminkte sint-, en kerstmannen en -vrouwen, zich mentaal voorbereidend op hun zware taken onder het genot van een onvermijdelijke Parbo,
alsmede het decembermaand-feestmaand proces van de eeuw, met het aansluitend te verwachten groot vuurwerk rond het nieuwe jaar.
Een voor hier belanghebbende Surinaamse crafts-tentoonstelling van Readytex in het Venezuelaans centrum die onder het vaandel van de vrije kunst wat van zijn eigen souveniers toonde.
etc. etc.
Gisteren stond voor ondergetekende een zelfbedachte random stadwandeling in het teken van de zoal te vinden locale geschiedenissen, te beginnen met een hartverscheurend tekstje bij een beeld van en neergezet door Jozeph Ludwig Klas, in de verloederde maar eens zo mooie palmentuin.
Vervolgd door een bezoekje aan Fort Zeelandia, het Nationaal Historisch Museum, met werken en werkjes die een beeld geven van het indianen- en koloniale verleden van het land; van vroeger tot heden.
Met als onbedoeld hoogtepunt, het hekwerk waarachter de 12 moorden werden gepleegd op 8 december 1982.
Mede dankzij het onvermeld boorwerk van het Nederlands Forensisch Instituut is voor het oog van de bezoeker duidelijk te zien dat het hier om een nog onvoltooid kunstwerk gaat. Iets waarvoor het Nationaal Museum nog een duidelijke plaats moet zien te vinden in haar eigen identiteit. (van naambordjes, data, dader ed. ontbraken elk spoor).
Wilhemina dacht er het hare van, en aan het spuitwerk aan haar zijde te lezen, dacht een ander het zijne ervan “shit”.
Onafgerond was het eveneens gesteld met de droevige staat van het voormalig geboortehuis van nationale held nummer 1, Anton de Kom. Op het punt van instorten omdat er simpelweg geen geld is voor een pot verf en hoognodige dakreparatie. Een betonnen plaat met opschrift markeert het huis sinds een paar jaar.
Volgende hardcore-toeristisch attractie was het zien van het kunstwerk/monument ter nagedachtenis van de Surinaamse vliegramp van 1989. Alsof het reclame is roept het bord vanaf de weg: “dit monument wordt onderhouden door de suriprofs”. Het is maar dat u het weet. De flesjes en doeken zijn naar oud binnenlands gebruik een offering van bezoekers aan welgezinde geesten van de omgekomene.
Terugwaarts de stad in bleek Sol Lewitt een stroomkast verder ook van de partij te zijn geweest in Suriname (dit zal wel in de tijd zijn geweest dat Stanley Brouwn hier ook nog kwam),
Evenals een ode aan streetart-klassieker van de vorige eeuw SpaceInvader
en ontdekking van een lowtech-oneliner in blue
(detail)
De avond werd afgesloten met een heus boedistische vechtfilm
met in de hoofdrol Lucia Rijker (geen grappen met deze dame).
Tijdens het surinaams ITFA in theater Thalia. Voor wie wil: zaterdag is de herhaling vanaf 19:00. Kaartje kost 10 Surinaamse dollar (=2,50€)
Van de speciaal voor het suri-ITFA gerealiseerde kunstwerken door het creme de la creme van het Surinaamse heb ik helaas geen foto’s kunnen maken. De beschilderde sponsor-stoeltjes waren helaas vertrokken naar de Suri-huishoudjaarbeurs omdat daar nu eenmaal de meeste mensen en camera’s rondlopen.
kun je wat parbo’s voor me meenemen?