Aan de oppervlakte van cultureel Madrid barstte en kraakte het al een beetje, maar de realiteit onder de grond is nog weerbarstiger. Mijn gids tijdens mijn residency deze weken heet Andres Montes en na een enerverend rondje langs een aantal galeries, gaan we nu ook down under. Een van de zaken waarin ik vooral geïnteresseerd ben is de levendige straatkunst, ook wel street art genoemd (om dezelfde mysterieuze reden waarom sommige mensen homo’s ook gays noemen).
(een bericht van Jochem Rotteveel)
Het fascineert me hoe Spaanse street kunstenaars maatschappijkritiek op een ironische, cynische en soms poëtische manier verwerken, waardoor een confronterende boodschap meerwaarde krijgt. De meeste kunstenaars zijn nogal wars van de overheid. Bureaucratie, vriendjespolitiek en hardvochtig optreden tegen culturele en andere burgerinitiatieven hebben de laatste twee jaar het leefklimaat aangetast, aldus sommige kunstenaars die ik spreek. Hun dagelijks leven wordt beïnvloed door de enorm hoge werkloosheid, de bloeiende zwarte markt en een overheid die stelselmatig culturele subsidies afschaft. Veel mensen hebben dan ook geen geld om hun kunst verder te ontwikkelen. Ze zijn afhankelijk van hun familie geworden. De straat artists leveren dagelijks commentaar hierop, maar hun werk wordt doorgaans snel weer verwijderd. Behalve op plaatsen waar de overheid graag zijn culturele feestneus opzet, zoals op deze muur rondom een leegstaand ministerie:
Kunstenaar Dos Jotas grijpt de gelegenheid aan om het publiek er fijntjes op te wijzen hoe het er in de binnenstad aan toegaat. Op de voor hem aangewezen plek plaatste hij een grijs vlak met daarboven de melding dat de overheid deze plek heeft toegewezen maar elders in de stad dagelijks tientallen kunstwerken vernietigt.
Iets poëtischer is het werk van Sepa. Zijn posters met geschreven teksten sieren de stad en zijn afwisselend ironisch en cynisch.
Visuele weergave van het woord por favor. Kunstenaar helaas onbekend.
Pincho verwijst naar de absurde leefomstandigheden in Spanje met links bovenin de tekst “mensen zonder huis; huizen zonder mensen”.
3ttman reageert op de hoge werkloosheid: ‘aan de slag’.
En zo gaat het nog een blokje om. Terug in mijn tijdelijke atelier annex huiskamer Naranjo is het tijd voor het Urban Cultura Festival, een manifestatie waarvoor mijn gastheer me heeft opgegeven. Iets wat ik overigens niet zo snel zelf zou doen, maar de inspiratie vanuit een andere hoek bevalt me goed. Net als het optreden van de Berlijns-Madrileense Kris Limbach, die al Super 8 scratchend de aanwezigen een WTF-Erlebnis bezorgt. De soundtrack wordt verzorgd door twee aan elkaar geschakelde walkmans met het geluid van een vleesmes op beton.
Blazen tegen de fik: Kris Limbach scratcht eigen en gevonden Super 8 video’s aan elkaar. Hij zet eerst het beeld stil:
Wacht tot het begint te smeulen:
En als het echt doorbrandt:
Dan gooit Kris er een andere filmrol op.
Uiteindelijk moest ik zelf ook aan de bak…
…de fijne dampen inademend van de street kunstenaar naast me:
Ondertussen waren de Minima Moralia geïnstalleerd en werden de aanwezigen getrakteerd op een fijn stukje hallucinerende electrojazz.
Muziek terwijl u werkt: Ornette Coleman op paddo’s.
Klaar.
Het festival was druk bezocht, mijn werk druk bepoteld. Tape was zelfs voor deze experimentalia nieuw.
Het is jammer dat mijn Japanse tapefabrikant Nichiban niet reageert op mijn sponsorverzoeken want ondertussen breng ik hele volksstammen in contact met het materiaal:
Op het dakterras geef ik een presentatie en demonstratie van mijn werk. Na een voorbeeld mogen bezoekers aan de slag. Boven: kunstenaar Javier Perez Aranda ontdekt tape, samen met tientallen andere bezoekers.
Ondertussen zit mijn verblijf erop, maar als u een gesubsidieerde gids zoekt die een goed verhaal afwisselt met een flesje Albarino dan kunt u hieronder een bericht achterlaten.
Joder, je hebt ook niet stil gezeten Jochem.