- Potjes, pannetjes, mandjes…
(Een kleine update, het oorspronkelijke bericht staat hieronder.)
Enig rumoer rond het wereldmuseumrestaurant spitst zich toe op de verkoop van het tafelzilver om het restaurant te kunnen bekostigen en op de capaciteiten van de zetbaas. Kan Bremer wel cashen, de mandjes en de speertjes en de trommeltjes eenmaal op marktplaats?
Is er enige liefde voor de AAA-kernwaardes, topcollectie op toplokatie en waarom weet hij dat steeds maar niet uit te buiten? Stanley Bremer zou eens in het nieuws moeten komen met geweldige tentoonstellingen. Ga es buurten bij Pijbes. Bij Ex. Die staan met museale waarden in the picture.
Het blijkt allemaal ernstiger nog:
“Het Wereldmuseum opent volgend jaar haar eigen boetiekhotel. De luxe kamers, 15 in totaal, zullen in het kantoor van het museum worden gerealiseerd.”
hotel.blog.nl/nieuws/2014/07/26/wereldmuseum-rotterdam-krijgt-eigen-boetiekhotel
Overigens loont het de moeite de facebookpagina van het Wereldmuseum te bekijken.
Het is horecahorecahoreca wat de klok slaat.
Niks, nada, niente over de collectie, de tentoonstellingen, het tafelzilver. Het is één monotone drone: “Heb jij al eens gegeten in het enige museumrestaurant met een Michelin Ster?” “de lekkerste kop koffie” “het mooiste terras”
(Bericht van 22 augustus 2014:)
Alweer een tijdje geleden gemaakt videointerview met Stanley Bremer is opnieuw actueel. (Zie “Publieksactie tegen directeur Bremer van Wereldmuseum” Tnx Olphaert den Otter.) In Rotterdam staat een gesubsidieerd luukse restaurant dat al tweemaal met tig miljoen aan gemeenschapsgeld is verbouwd. Veel potten en pannen zijn ruimhartig gedoneerd. Jarenlang ontving het restaurant vijf miljoen jaarlijks voor gas water licht.
De subsidiestroom droogt op – wat nu?
De dozen en de spullen gaan in de verkoop.
Probleem is dat Bremer wel een punt heeft – als men niet betaalt wat moet je dan – maar niet de oplossing.
Zuchtend door de collectie. Nergens proef je liefde voor de kunstschatten, de collectie, het museum. Dedain tegenover de dingetjes. Dat is wat mij bijblijft.
“leuk hoor
maar het zijn wel allemaal een beetje soortgelijke trommels
wat moeten we nou met zo verschrikkelijk veel trommels
dit trommeltje en dit trommeltje en dit trommeltje daar plakken we een rood stikkertje bij, dat is een interessant trommeltje die houden werekken vol met schepen. zou dat niet interessant zijn voor het maritiem museum, het scheepvaartmuseum
zo hebben we onze hele fotocollectie naar het fotomuseum gebracht
ik heb nog nooit een museumdirecteur gehoord over wegdoen die willen toch altijd meer?
dat is het probleem, dat noemem we anale fixatie. innemen innemen innemen
downsizen, dat zie je in het bedrijfsleven ookdan hebben we hier een hele serie schaaltjes. Nu ja wat ik zeg: schaaltjes schaaltjes schaaltjes dat zijn er ook heel veel
die mandjes… ja… wat moeten we nou met die mandjes…”
@JB
En het is nog erger. Want naast de kritiek dat Bremer geen goede museumdirecteur is die de ethische regels van de sector volgt en zoals je terecht zegt alle liefde voor de kunstvoorwerpen mist, is hij evenmin een slimme handelaar die het optimale uit de verkoop van delen van de collectie zal weten te halen. Want hij heeft evenmin de kwaliteiten van een door de wol geverfde handelaar. Hiervoor is hij afhankelijk van anderen. Die niet synchroon lopende belangen met het Wereldmuseum of eigenaar gemeente Rotterdam hebben.
Kortom, directeur Bremer kan niet alleen niet vertrouwd worden als een geloofwaardig museumdirecteur, hij is evenmin geloofwaardig om delen van de collectie op de markt te brengen. Het lijkt me verstandig om in de evaluatie van en kritiek op directeur Bremer vooral dat laatste aspect naar voren te halen. Meegaand in z’n commerciële logica die dat bij nader inzien niet blijkt te zijn.
Jammer dat dat artikel uit De Groene niet in zijn geheel online staat.
hele stuk groene:
http://www.filefactory.com/file/va3ukby6r8l/Topstukken%20in%20de%20ramsj%20%E2%80%93%20De%20Groene%20Amsterdammer.pdf
Kort voor zn pensioen een museum naar de gallemiezen helpen.
Goede wijn, leuke trouwlokatie, zal allemaal wel maar het stof ligt op de plinten.
Wereldmuseum komt bewonderenswaardig weinig in de kolommen van trendbeheer voor: je mag er niet fotograferen. Marketing en publiciteit uit 1923 via billboarding only.
Dr. Bremer I presume?
Monsieur Ex reageert: http://www.vpro.nl/nooitmeerslapen/speel.program.44394322.html
Gerben Willers (Showroom mama) over Bremer en Kessels: Van wereldniveau
“Sinds wanneer zijn Euro’s het doorslaggevende argument om cultureel beleid goed te praten, zoals Bremer doet, of af te kraken, zoals Kessels dat doet? In plaats daarvan moet er een debat gevoerd worden over de intrinsieke waarde van (hedendaagse) cultuur. Dan pas wordt er duidelijk wat er in onder andere in Eindhoven wordt opgebouwd en in Rotterdam wordt afgebroken.”
http://www.platformbk.nl/2014/08/3741/
Ik weet dat nabestaanden van een gefortuneerde Rotterdammer, dankzij het beleid van de heer Bremer, mooie beelden, maskers, etc. aan het Afrikamuseum in Nijmegen hebben overgedaan.
Olfaert op FB:
“Ik heb een hele tijd zitten kijken naar de jaarrekening van 2013, maar het hielp niet. Ik kom er niet uit. Ik begrijp (van anderen) dat restaurant en winkel met verlies draaien en dat de museum bv financieel bijspringt om die verliezen te compenseren. Dat zou van de gekke zijn, natuurlijk en de ultieme slechte grap. “
Stanley Bremer in een 2011 interview:
‘Als ik een kapitaal krijg van 60 miljoen en ik kan dat wegzetten tegen een rendement van zes dan heb ik 3,6 miljoen Euro per jaar en dan verdien ik zelf nog een keer anderhalf en dan kom ik op vijf miljoen euro. Dan heb ik net zo veel als ik nu subsidie heb. En dan heb ik de gemeente niet meer nodig. En dan kan ik mijn organisatie nog kleiner maken, dan ga ik eens nadenken over een nieuw depot want dan heb ik zoveel minder stukken, dan heb ik al die geklimatiseerde ruimtes niet meer nodig.’
Dus het verkopen van de collectie is niet bedoeld om de organisatie te behouden? ‘Downsizen’ is een doel? Niet een middel?
En:
Genieten die bezoekers van de schoonheid, genieten die van het verhaal, van de context?
S.B: ‘Die genieten van die schoonheid en van de manier van presenteren’
Dat kan ik ook in een mooie winkel
S.B: ‘Er is ook niet zo heel veel verschil. Sterker, als ik nog een fase door denk, want dit is nog lang niet het einde natuurlijk.’
Alle oneliners op een rij: (Niet voor zwakke magen)
http://www.odd.nl/wp/?p=360
Het is prachtig allemaal. Gebouw blijkt ook al verkocht.
” De Bankgiroloterij en Stichting DOEN […] schonk een half miljoen euro om de keuken in het restaurant in te richten. Toen hebben we het pand verkocht aan een investeringsmaatschappij”
De een noemt het realisme, de ander cynisme:
“Scholen zijn belangrijk. Nou ja, een soort van legitimatie voor je sociaal-maatschappelijke taak, zeg maar. De gemeente betaalt daarvoor, zo zie ik het.”
Tot het haast blaaskakerig wordt:
“ik verkoop topstukken. Ik verkoop echt stukken waarvan de veilighuizen straks helemaal achterover slaan. ”
En:
“Ik vind het leuk om een museum te hebben”
Ah, zijn museum. Dat maakt het allemaal anders. Het is zijn eigendom. ja dan hoef je je niet bezig te houden met het Volkenkundige, uhh, gewauwel om het zo maar even te zeggen.
Wat fijn om allemaal eens na te lezen. Tnx voor de link rt.