Het managementoverleg van het Museum voor Potten en Pannen was maar 50 minuten uitgelopen. Een hele verbetering ten opzichte van voorgaande keren.
“Barend, je weet toch dat wij nu een afspraak hebben met Loes?”, vroeg Nellie.
“Wie is Loes?”, vroeg Barend. Nellie keek gekwetst. Ze probeerde het niet te tonen en haalde nog een keertje adem.
“Loes is de coördinator van onze vrijwilligers”, zei Nellie. “We hebben nu met haar een afspraak om de bezetting tijdens de Biënnale door te nemen.”
“Godjezus nog aan toe”, zuchtte Barend. “Moet ik daar echt bij zijn? Kun jij niet aan Loes doorgeven wat we van ze verwachten? Gooi er een extra kopje koffie tegenaan en een zak mini-marsjes en klaar is Kees. De meesten zijn trouwens doof of dementerend, dus wat ze nu te horen krijgen weten ze tegen die tijd toch niet meer.”
“Moet ik dit ook notuleren?”, vroeg Kitty, die uit nieuwsgierigheid nog even was blijven zitten.
“Barend, de vrijwilligers vertegenwoordigen 80% van ons medewerkersbestand”, zei Nellie. “Zonder deze pensionado’s zou dit museum allang op z’n gat liggen. Ze zijn van onschatbare waarde voor ons.”
“Maar ze kunnen ook heel vervelend zijn”, zei Kitty, die er eens even goed voor ging zitten. Nu er kennelijk toch niks van haar verwacht werd, kon ze net zo goed nog even meepraten. “Sommigen lopen hier rond alsof ze het museum zelf hebben opgericht. En ik hoorde er laatst eentje uitvallen tegen een ontevreden bezoeker dat die niet moest zeiken omdat we niet allemaal beschikken over de portemonnee van Van Caldenborgh.”
“Krijgen die mensen geen communicatierichtlijnen van ons?”, vroeg Barend. “Wat doet onze pr-afdeling hieraan?”
“Alfons wil er niet aan”, zei Nellie. “Die is bang voor Russische taferelen als we onze medewerkers gaan vertellen wat ze wel en niet mogen vertellen aan bezoekers.”
“Maar ze kunnen toch op z’n minst de openingstijden hanteren?”, zei Kitty samenzweerderig. “Laatst deed er een tijdens de opening van ‘Heel Holland Pottenbakt’ al om halfzes het licht uit. Onder het motto: het is weliswaar een feestelijke opening, maar het moet geen feestje worden. Totale anarchie. Volgens mij was dat trouwens Wilma, die vrouw met die arrogante…”
“Wilma heeft vorige week een beroerte gehad, dus die zien we voorlopig niet terug”, zei Nellie.
“Ok, ik begrijp dat de vrijwilligers de laatste jaren weinig sturing hebben gehad”, zei Barend. “Maar ik kan dit er nu niet bij hebben. Daarom geef ik jou, Nellie, samen met Loes de volledige verantwoordelijkheid over de vrijwilligers. Het maakt me niet uit wat jullie doen, zolang je maar binnen budget blijft en er niemand sterft tijdens de Biënnale. Zijn we daar eigenlijk wel voor verzekerd? Zoek dat ook meteen even uit.”
Wordt vervolgd
Leave a Reply