Voor wie van schilderen houdt, voor wie van schilderijen van taart houdt, voor wie van schilderen en van schilderijen van taart houdt: Wayne Thiebaud spreekt een divers publiek aan. Op de selfie met zoet gebak, inspi opdoen in pastel. Of genieten van schilderkunstig momentum sec, verf op doek, lustig maar gedegen gekwast en gepenseeld.
Een fijn overzicht van een schilder wereldberoemd in Amerika maar hier min of meer horende bij de exoten. Geenszins behorende tot onze canon, weinig van zijn schilderijen zitten in Europese museale collectie. Wayne Thiebaud is niet bekend bij het grote publiek. Of was – nog tot 28 oktober grote solo bij Voorlinden.
Elk hoofdstedelijk museum in Europa heeft in zijn collectie Pollock, Newman, Kelly, Stella, Warhol, Rothko, een tot vervelens toe identieke verzameldrift kleurt de Europese na-oorlogse schilderkunstige geschiedschrijving. Doch nagenoeg geheel en al zonder Thiebaud – dat is/was ons dan toch net te nu ja wat – netjes?
Thiebaud is alles behalve avant garde. Thiebaud is keurig. Het is allemaal keurige kleurige verf op doek. Figuratie die geen pijn doet. Wayne Thiebaud penseelt voor de rijken, zo voelt dat. Het is allemaal altijd ook decoratief. Ik snap ergens wel dat de institutionele kunstwereld hier hem links heeft laten liggen. Maar in retrospectief vijftig jaar kwasten bij elkaar wordt het wat.
Baselitz draaide zijn doekske om. Thiebaud zwelgt in herhaalde slagroomspecialistische pasteldrift. Bij Robert Ryman lijkt het allemaal nergens op, hier staat verf op doek in dienst van aansprekende figuratie.
Leuk om na elkaar te zien:
Vier ijsco’s uit 1964
Zwarte ijsco uit 2017.
Alsof er nagenoeg geen verandering heeft plaatsgevonden in 53 jaar schildercarrière. Technisch beter? Mwoah. Thematische of inhoudelijke verandering of verdieping? Mwoah. De On Kawara van de ijsco’s en taart.
Inhoudelijk thematisch doet het me allemaal niets. De schilderijen zijn niet zelfbewust, zelfverwijzend of anderszins blijk gevend van om een of andere meegegeven omgang met de materie ingestoken noodzakelijkheid. Het is alleen maar lekker: de kwaststreek, de smeuïgheid, het verfgeweld. Dat is vakmanschap is meesterschap en is om van te smullen, letterlijk.
Gaat dat zien, zo’n overzicht zie je niet meer hier in Europa. Prenten van taarten lekker geschilderd. Maar wel goed geschilderd. Echt ongekend.
Mooi leeg gehangen.
Kijk hoe die latjes van de lijst zijn getimmerd.
De meer recente landschappen zijn mislukt.
Doen kleurtechnisch denken aan Mondriaan in zijn periode van esoterische voetschimmel.
Het allereerste Thiebaud taartje ooit geschilderd.
Maar hier gaat het om: verf op doek, kwaststreek, mager en schets, vet en pasteus
Of keurig dicht geschilderd.
Elke schilder wil dit toch gaan zien?
Nog te zien tot 28 oktober.
Die bananen! Zo braaf, geef mij dan maar Wieske Wester. Toen ik begin tachtiger jaren in Oakland woonde zag ik Thiebaud en Richard Diebenkorn veel in de musea aan de westkust. Ik vond het erg provinciale en brave kunst en dat vind ik nog steeds. Techniek is OK, maar doe er wat mee!
Ook Hendrix kwam buurten:
“Op het eerste gezicht is het misschien een nogal brave tentoonstelling. Laten we wel wezen, het zijn hoofdzakelijk taartjes, ijsjes en snoepjes. Maar ik kan me geen betere schilderijen daarvan indenken dan die van Wayne Thiebaud. ”
http://www.lost-painters.nl/museum-voorlinden-wayne-thiebaud/
En Villa:
https://villalarepubblica.wordpress.com/2018/06/15/sterke-quasi-oppervlakkigheid-wayne-thiebaud-museum-voorlinden-wassenaar/
En wij maar denken dat de komkommertijd voorbij is. Hendrix heeft wel publiek op de foto. Hoe kan je nou in je korte broek naar het museum? Voorlinden krijgt binnenkort bezoek van de diversiteitspolitie.